Wat zijn de grootste verschillen tussen de HU en een school in het buitenland? Ensar heeft in Japan gestudeerd en kan het weten. Slapen in de les, bijvoorbeeld. Dat is daar heel normaal.
Ensar (28) is student Elektrotechniek en volgde de afgelopen 6 maanden de minor Japanse cultuur en taal in, je raadt het al, Japan. In Oita, om precies te zijn.
1. De lunch is spotgoedkoop
‘Iedereen op de campus had op hetzelfde moment pauze: om 12.10 uur. Er was maar één kantine, een enorme hal, en iedereen lunchte daar. Ondanks de lange rij – de afstand van Padualaan 99 tot de SPAR – was ik vaak al binnen 4 minuten binnen en stond ik met mijn dienblad bij het buffet.
Een uitgebreide lunch kostte maar 2,50 euro. Daarvoor kreeg ik een grote bak rijst, een grote vis, twee kommetjes sla, een toetje en drinken. Water en thee was daar sowieso gratis. Soep kostte 20 cent. Studenten namen niet zelf hun lunch mee, omdat je dan bijna hetzelfde kwijt was. Toen ik in Nederland terugkwam en weer zag hoeveel een broodje bij de HU kost, zo’n 5 euro, was dat wel even wennen.
Over het algemeen is het leven in Japan goedkoper. De huizenprijzen zijn zo’n 30 procent lager (mijn huur was 260 euro per maand), en een treinreis van een kwartier kostte drie euro.’
2. Elke docent heeft een eigen kantoor – persoonlijk ingericht
‘Docenten hadden een eigen office. Een hokje van 9 vierkante meter. Elke docent had dat anders ingericht. De een had een super minimalistisch en strak kantoor, met een leeg bureau en een MacBook. De ander was heel cultureel en had wierook en veel kleur in zijn kantoor. Een van hen was superchaotisch, zijn deur kon nog net open en hij sliep op zijn bank. In zijn kast stond sterke drank. Hij was nog steeds getrouwd, maar het ging niet goed tussen hem en zijn vrouw. Scheiden is niet echt een ding in de Japanse cultuur, vertelde een van mijn docenten daar. Daarom overnachtte die ene docent vaak in zijn kamertje.’
3. Respect voor de docent
‘In de Japanse cultuur wordt de hiërarchie vooral bepaald door leeftijd. Hoe ouder je wordt, hoe hoger je in de maatschappij staat. Dat leerde ik tijdens mijn minor, want daar gingen we dieper in op de cultuur. Studenten moeten hun docenten dan ook heel respectvol behandelen. Als ik naar een docent ging en zijn kantoordeur opende, mocht de deurklink geen geluid maken. Een teken van respect. En als ik het kantoor verliet, moest ik eerst buigen. Ook mocht ik niet met mijn rug naar de docent draaien. Ik liep dus achteruit weer naar buiten. In de les stelden studenten in principe geen vragen, want dan zouden ze de les onderbreken. Deze instructies leerde ik tijdens het vak Interculturele communicatie, dat ik in Japan volgde.’
4. Regels
‘In Japan zijn regels belangrijker. Lessen begonnen om 9:00, maar het was een soort ongeschreven regel dat studenten er al om 8:50 moesten zijn. Al voelde het voor hen als een wet. Toen ik om 8:45 door de gangen liep, zag ik studenten rennen naar het juiste lokaal.
De lessen duurden anderhalf uur, en die werden heel streng precies gevuld van begin tot eind.’
5. Nog erger dan Canvas
‘Vóór mijn reis naar Japan, klaagde ik regelmatig over Canvas. “Wat is het toch onduidelijk.” Maar nu heb ik slechter gezien en kan ik Canvas wel waarderen. In Japan hadden we Moodle. Het zag er superlelijk uit. Japan loopt nog wat achter qua vormgeving en stijl. Er was een plek waar ik mijn cijfers kon zien, maar slechts één docent voerde die in. En in het tabblad voor huiswerk plaatsten docenten alles in verkeerde weken.
6. Slapen in de les is normaal
‘In Nederland wordt slapen in het openbaar gezien als luiheid of zwakte. In Japan wordt het gerespecteerd, omdat ze het zien als teken van oververmoeidheid. Je hebt dan heel hard gewerkt en dat is goed. In een restaurant of in de trein zag ik vaak mensen slapen, maar ook in de les. Als iemand in de les sliep, werd hij niet wakker gemaakt. Meestal gingen ze dan op hun tafel liggen, met het hoofd op hun gevouwen armen.’
7. Beter dan studentenverenigingen
‘Op de universiteit waren er clubs, een soort studentenverenigingen. Clubs voor voetbal, muziek, theater, manga en huiswerk. In Nederland vind ik de studentenverenigingen vaak toxic, er is een soort competitie en bepaald sfeertje. De clubs in Japan waren prettig. Japanners zijn ingetogen, maar bij die clubs was iedereen spraakzaam. Toen ik met vrienden een muziekclub binnenstapte, stopte iedereen met spelen en renden ze alle kanten op om ons stoelen aan te bieden. Ik voelde me zo welkom. In Nederland heb ik precies het tegenovergestelde bij studentenverenigingen.’
8. Afval scheiden
‘In 1995 werd er een heftige gifgas-aanslag gepleegd in Tokio. Daarna besloot de overheid om alle openbare prullenbakken in de buitenlucht weg te halen, omdat mensen bang waren dat prullenbakken konden worden gebruikt om gascontainers of bommen te verstoppen. Iedereen heeft nu zelf een vuilniszak bij zich.
Op de universiteit en in het appartementencomplex moest ik afval in zeven verschillende containers scheiden. Als ik een flesje had opgedronken en weg wilde gooien, moest de dop en etiket ergens anders in en de fles moest worden schoongemaakt en weer in een andere bak. De regels moest ik echt in mijn hoofd stampen, want het was ingewikkeld. Er hing een briefje aan de bakken: “Als jullie niet gaan opletten, moeten we de camerabeelden gaan bekijken”. Een andere keer stond er een boodschap in onze gang, in het Japans (vermoedelijk voor de Koreaanse en Chinese studenten) dat er consequenties zouden komen als we niet zouden opletten. “De winter is koud in Japan”.’