Daar stond hij dan, donderdagmiddag 17:30 uur in het Beatrix Theater.
Uitgebreid toegesproken door de oud-voorzitter van de Raad van Toezicht, door demissionair minister Dijkgraaf, door Wilma Scholte op Reimer en Tineke Zweed. Lovende woorden waren op hem neergedaald: ‘een échte verbinder en verhalenverteller, altijd belangstellend, energiek, toegankelijk en buitengewoon visionair.’
Alsof dat nog niet genoeg was, werd hij geridderd in de orde van Oranje-Nassau én had hij een speldje van de HU gekregen, dat maar eens in de tien jaar wordt uitgereikt. De band had drie van zijn lievelingsnummers gespeeld.
Jan Bogerds woorden van afscheid waren kort en bondig, ‘want als iemand de laatste acht jaar de kans had gekregen om iets te zeggen over het hoger onderwijs was ik het wel.’
Hij liet nog wel even weten dat hij het waardeerde dat de HU er alles aan had gedaan om te voorkomen dat hij depressief het pand zou verlaten en roemde de talrijke etentjes, pubquizzen en afscheidstoespraken die hem het afgelopen jaar ten deel waren gevallen.
Ten slotte noemde de vertrekkende collegevoorzitter een citaat uit De Kleine Prins, (het boek van van schrijver en piloot Antoine de Saint-Exupéry, gepubliceerd in 1943): ‘“Alleen met het hart kun je goed zien, het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar.” Ik gun jullie allemaal, zowel in je privéleven als op je werk, dat je met je hart zult kunnen zien.’