Huib de Zeeuw is docent aan de opleiding Journalistiek. Zijn column verschijnt om de week bij Trajectum.
‘Wie van jullie heeft wel eens AI gebruikt op school?’ Ongeveer de helft van de eerstejaars studenten steekt de hand omhoog. ‘En zijn jullie hier ook transparant over geweest?’, vraag ik.
Een student zegt dat ze AI gebruikte om de beste quotes te halen uit een transcriptie. Er borrelen gelijk vragen op (hoe zit het met de privacy? Waarom laat je juist dit over aan AI?). Maar ik laat dit voor nu zitten. Want ik ben niet uit op een vraaggesprek met een student.
Het kost mij moeite. Ik heb eerder oog voor de gevaren dan voor de mogelijkheden. Toch heb ik mij laten overtuigen door een collega om AI in te zetten in de lessen over onderzoek naar de journalistiek. ‘Dan geef je alle studenten dezelfde kansen. Een deel gebruikt het al en die heeft er nu alleen voordeel bij.’
Elke week stuurt hij naar de collega’s een aantal prompts gebaseerd op de informatie uit de werkcolleges en dat deelt hij ook met de studenten.
Voordat ik met dit experiment kan beginnen, wil ik eerst uitleg geven over de werking van AI. Dat biedt mij houvast, dan begrijpen de studenten hopelijk ook beter wat ze ermee kunnen en waar ze op moeten letten.
‘Hoe werkt AI precies?’, vraag ik de klas. Het blijft even stil. Eén student steekt zijn hand omhoog. ‘Schatten van woorden, dacht ik’. Je denkt in de goede richting, vertel ik hem. Kort leg ik uit dat het draait om het voorspellen van een token en dat kan een woord, leesteken of subwoord zijn in een reeks. Het is een statistische berekening. ‘Check dus altijd de uitkomsten bij de originele bron’.
Achterin de klas ontstaat een discussie of je informatie van een AI-model mag overnemen in je tekst. ‘Dat is plagiaat toch?’, kijkt een student mij vragend aan. Om deze gesprekken is het mij te doen. Alleen het klassikaal experimenteren met prompts blijft achterwege. Volgende les een nieuwe kans.