Achtergrond

Dag JOOP

Het negatief studieadvies zal veel terugkomen tijdens het afscheidsinterview. ‘Ik heb vorig jaar besloten te stoppen. Maar kreeg gelijk spijt. Oh god, kan het niet teruggetrokken worden? Het was een worsteling.’ Vooral de vertrekdatum, 1 mei, zat hem niet lekker. ‘Het is een rare datum. Je bent dan juist met allerlei studenten bezig door het BNSA.’ Uiteindelijk besloot de directie dat zijn opvolger eerder zou beginnen. ‘Die werk ik sinds maart in. Ga ik toch met een gerust hart weg.’

Inmiddels voelt het vertrek goed. Ook al heeft hij een ‘pesthekel’ aan afscheid nemen. ‘Er valt steeds een stukje verantwoordelijkheid van me af. Zo ben ik geen voorzitter van het platform studentendecanen meer, heb ik een opvolger gevonden voor Beste Joop (rubriek in Trajectum, red.). Ik heb er vrede mee. Ook omdat ik toekomstplannen heb.’
Hij is de afgelopen vier maanden druk bezig geweest met het leven na de HU. Mulderij wordt onder andere uitvaartbegeleider voor het Humanistisch Verbond. Toespraken schrijven en uitspreken bij begrafenissen. ‘Ik heb iets met taal en families. Het lijkt me een uitdaging met een toespraak recht te doen aan de overledene en de familie. Eigenlijk had mijn vader altijd gewild dat ik dominee werd.’ Lachend: ‘Nu word ik dat toch een beetje. Als hij nu nog leefde zou hij heel trots op me zijn geweest.’

Niet heel vrolijk…
‘Nee. Maar juist in moeilijke tijden kan je het meest voor een ander betekenen. Daarom is mijn huidige werk zo bevredigend.’

Via banen bij de kunstacademie en andere hogescholen, kwam Mulderij in 1990 bij Hogeschool Midden Nederland terecht. In De Bilt was hij cursusleider bij de afdeling studieconferenties voor verpleegkundigen. Toen de subsidie ophield, was er een vacature voor decaan bij de faculteit Gezondheidszorg. ‘En decaan wilde ik al sinds 1977 worden, toen ik in het onderwijs begon. Ideaal dus’
‘Je kan altijd iets doen. Als studenten een paar centimeter groter naar buiten komen dan ze binnenkwamen, ben je een eind gekomen. Ik kan nog een afspraak van een uur maken. Voor een student zo fijn om ergens te komen waar iemand rustig naar je luistert. Sommigen zoeken in het decanaat tijdens hun hele studie een soort houvast, die zie je met een zekere regelmaat. Even bijpraten, oppeppen. Dit laatste jaar komen studenten binnen en dan denk ik ‘shit, die kan ik nog maar een jaar zien’.

Hij heeft de problematiek van studenten zien veranderen in de loop der jaren. Vooral de faalangst is enorm toegenomen. Reden: het bindend studieadvies. ‘Studenten werden vroeger niet weggestuurd. Ze besloten zelf als het niet ging. Als je nu een beetje faalangst hebt wordt dat enorm gestimuleerd door de strenge norm. Als je bij sommige opleidingen een bepaald tentamen van het eerste jaar mist, sta je al met één been buiten de deur! Terwijl het eerste jaar al zo lastig is. Totaal nieuw leven, op kamers, je eerste (ongelukkige liefde). Als dat bindende advies wordt afgeschaft kan hier één van de vier decanen weg.’
‘Ook de organisatie is veranderd. Toen ik kwam kende ik iedereen. Nu nog maar de helft. Bij de opleidingsmanagers zijn veel wisselingen geweest. Lastig. Positief is de komst van de studieloopbaanbegeleiders. We hebben er nu 130, geweldig. Als ze het werk goed doen heeft dat enorm resultaat. Ze zijn onze belangrijkste verwijzers.’

Dan onderbreekt hij even het gesprek. Of er nog ergens in het stuk gemeld kan worden dat hij heel blij is met de decanen van de HU. Bij deze: ‘Alle decanen werken erg hard.Op de faculteiten en in werkgroepen. Ik heb het altijd erg leuk gevonden onder decanen te verkeren. Ze zijn sociaal, slim en beetje gek. Ik kan ook wat dat betreft met een gerust hart weg.’

Zou hij dan niks willen veranderen op de HU?
Oh, ja, genoeg. Uiteraard het BNSA afschaffen. Het aantal lesuren verdubbelen. De studieloopbaanbegeleiders meer tijd geven. En het lijkt hem ook wel wat als de opleidingsdirecteuren terug zouden komen. ‘Nu hebben je verschillende managementlagen. Ik kan niet meer tegen een student met een probleem zeggen: bespreek het met je directeur, die vaak redelijke invloed had. Het zou voor studenten zoveel prettiger en overzichtelijker zijn.’ En nog iets. Het onderwijs flexibiliseren. ‘Het is nu voor sommige studenten een ramp. Je moet in groepen een bepaalde studievolgorde volgen. Als er maar iets met je is, lig je er uit. Of je doet helemaal mee, of je valt helemaal uit.’  

Hij blijft zich betrokken voelen bij de studenten. En ook bij zijn collega’s. ‘Lastig hoe dat straks gaat. Je bent geen vrienden maar wel goede collega’s en je houdt een beetje van elkaar. Ik ga hen missen en zij mij. Mijn gepensioneerde collega Johan Neu vertelde dat hij bij Oud Goud is gegaan.’ Lachend: ‘Hij zei: 'fantastisch daar. Alsof je in de hemel komt, je ziet iedereen terug!' Dus daar is Mulderij alvast maar lid geworden. Net als van de Wijkraad in Utrecht. En er zijn ook de nodige vakanties gepland. In mei vier weken backpacken in Indonesië, in de zomer wandelen in Engeland en in het najaar zes weken met zijn geliefde volkswagenbusje (laat foto zien van glimmende blauwe bus) naar Griekenland. En daarna begint de cursus voor uitvaartbegeleiding. Plus het plan om in het najaar misschien weer te gaan werken als buschauffeur… Nog meer? ‘Ik heb een paar weken geleden ook nog de domeinnaam familieruzie.nl geregistreerd. Ik heb iets met familie, met ruzie. Wat ik ermee ga doen, ga ik nog uitdenken. Er zijn zoveel onnodige ruzies in families. Met wat eenvoudige stappen is dat soms op te lossen. Ik wil er iets mee doen. Vrede stichten en harmonie brengen. Het leven is te kort voor conflicten.’
‘Ik kom uit een familie waar veel ruzie geweest is. Ooms en tantes die je opeens niet meer zag. Ik heb de pest aan ruzie. Is ook een van mijn drijfveren in mijn werk. Je ziet het vaak in families waar veel gedoe is. Kinderen leren goed kijken, oog ontwikkelen wanneer iets goed is en wanneer niet. Dat worden vaak hulpverleners.’

Trek je zo’n druk programma nog wel?
‘Met alle activiteiten zorg ik ervoor dat ik meer baas ben over mijn tijd dan nu. Ach, ik vind het leuk af en toe nog een prestatie te leveren. Het lijkt me vreselijk alleen maar op de bank te zitten. Weet je wat het is. Reizen is alleen leuk als er een eind aan zit. En vrije tijd bestaat bij de gratie dat er ook geen vrije tijd is. Alleen vrije tijd is geen vrije tijd, dat is de dood. Als je niks meer voor anderen kunt betekenen of doen, maar alleen denken ‘wat heb ik het slecht en beroerd’, dan is het leven eigenlijk afgelopen.’

DECANEN AFSCHEID
Niet alleen Joop Mulderij vertrekt. Ook Herman Beks (Educatie) gaat na 41 werkzame jaren met pensioen. Net als Joke Rumathé (Economie en Management) die nu 26 jaar in het onderwijs zit.
24 april neemt Herman Beks feestelijk afscheid. 25 april is het afscheidsymposium voor Joop. En 10 mei wordt Joke uitgezwaaid.