Achtergrond

Dromen van Papendal

Bridge, is dat niet die ouwe lullen sport? Nee. Ook studenten zijn met het kaartspel bezig. De HU herbergt zelfs de tienvoudige Nederlandse kampioenen Jeugd, de tweeling Jamilla (2ejaars lerarenopleiding frans) en Sigrid (2e jaars sph) Spangenberg. 11 juli vertrekken ze naar Italië voor het EK.
Door Femke Bakkeren

Ze leerden het spel kennen via hun ouders die geregeld met vrienden bridgten. De tweeling zette de hapjes en drankjes klaar en vond het spelletje leuk maar wist niet hoe het nou precies moest. Op hun achtste kregen ze met Kerstmis een boekje minibridge. ‘We woonden in een klein dorpje bij Maastricht waar niet veel te doen was dus tijd genoeg om te leren en te oefenen. We hebben twee maanden elke avond met onze moeder het boekje doorgenomen.’
Ze deden verschillende examens en slaagden uiteindelijk op hun tiende voor het examen van de Nederlandse bridgebond. Sigrid:  ‘Die kwamen ze bij ons thuis afnemen en maakten we foutloos. We werden uitgenodigd deel te nemen aan het NK Jeugd en die wonnen we. Dat stimuleerde erg om door te gaan.’
Wat is er nou precies zo leuk aan het spel?
Jamilla: ‘Het is steeds een ander spel. Geen spel is hetzelfde.’ Sigrid vult aan: ‘Je kunt dingen goed doen en dan is het fout en je kunt dingen fout doen en dan is het goed. Als we tegen de beste spelen kunnen we makkelijk winnen, en tegen beginners kunnen we net zo makkelijk verliezen. Je moet dingen goed  doen en geluk speelt een rol.’
Buiten het kaarten om noemen ze ook het gezellige aspect van bridgen.’Iedereen kent elkaar. Vorig jaar met z’n twaalven op bridgevakantie. Overdag bridgen, ’s avond uit, wijntje erbij. Het spel is heel leuk en boeiend, maar het sociale is net zo belangrijk.’
Ze krijgen nog wel eens vreemde blikken wanneer ze vertellen over hun sport. ‘He, dat doet mijn oma ook! Mensen denken dat het alleen voor oudere mensen is. Maar het is ook voor jongeren een sport. En voor ons meer dan een sport. We hebben zelfs een personal coach en een psycholoog in aanloop van het EK’.
Het bridgewereldje is niet groot, ook al is Nederland na de VS het grootste bridgeland ter wereld. De tweeling merkt dat het spel aan populariteit inboet. ‘Het gaat met pieken en dalen. Op onze eerste NK pupillen deden 40 paren mee, nu maximaal 20. Misschien leeft het binnenkort weer op.’ Ze vinden het wel jammer dat er zo weinig aandacht is voor bridge. ‘De jeugd wil geen kaartjes meer leggen.’
Inmiddels zijn ze vele nationale en internationale overwinningen verder en wonen ze samen op kamers in Utrecht. Gek worden ze niet van elkaar, samen leven en ook nog eens samen bridgen. Alleen in de pubertijd boterde het even niet meer. Sigrid: ‘We waren toen heel fanatiek en fel tegen elkaar. Toen hebben we vast wel paar keer gezegd dat we niet meer met elkaar willen spelen. Maar elke keer als ik met iemand anders heb gespeeld vind ik het prettig om weer met Jamilla te spelen.’

Het samenwonen kent vooral de nodige voordelen. Oefenen, leren met elkaar en elkaars fouten om te gaan aan tafel. Systemen bespreken. Iets wat ze ook elke twee weken drie uur lang doen met hun systeemtrainer. Hoe zit het met bieden, wat kan beter? Daarbij lezen ze boekjes en oefenen ze op de computer.
Op de dag van het interview maakt half Nederland zich op voor de mei-vakantie. Maar niet de tweeling. Ze vertrekken vrijdag naar trainingsweekend, van ’s ochtends vroeg tot 's avonds laat trainen en dan moe naar het hotel. Om vervolgens maandag een week naar Papendal te gaan voor een week training voor het aankomende EK. Samen met het Nederlandse team van zes man plus de Nederlandse en een Poolse coach.  En koninginnenacht missen? Geen probleem. ‘Dit is een unieke kans, hebben er niet over na hoeven te denken, elke topsporter droomt van Papendal.’

De combinatie sport en studie is soms zwaar. Ze maken gebruik van een topsportbeleid van de HU. Jamilla:’Als je zo bezig bent ben je bekaf, kan je niets meer aan je studie doen. Het kost veel energie en uithoudingsvermogen. Ik kan je vertellen bij het EK, 12 dagen spelen 9 uur per dag, dat hou je niet vol zonder een goede conditie. Je ziet bij Amerikanen dat ze minder goed worden naarmate de week vordert.’ Dus veel sport, slaap en goed verteerbaar eten voor de meiden. Het EK is in Italië vlakbij het strand. ‘We moeten dus niet in de zon gaan zitten op het strand, daar word je moe van. Je moet je concentreren in een koele ruimte. Normaal maken we er wel een gezellige avond van, maar bij het EK even niet.’
Ze verschillen naar eigen zeggen weinig van elkaar op ‘het veld’. ‘Allebei even prestatiegericht. Allebei willen we hetzelfde: naar het EK. Als ik toernooitje speel hoef ik niet altijd te winnen. Ik wil graag iets leren.  Als je alleen maar bridget om te presteren houdt het snel op. Tevreden zijn over je eigen spel. Soms ben je trotser op een minder prestigieuze titel omdat je bijvoorbeeld goed speelt tegen een goede tegenstander. ‘

De toekomst wordt even wennen aangezien Jamilla voor haar studie een tijdje in Frankrijk gaat wonen. En Sigrid straks op ongeregelde tijden moet stagelopen. Ze zijn nooit lang van elkaar gescheiden geweest. Sigrid: ‘Toen Jamilla vier dagen naar Verona ging moesten we al huilen op Schiphol! Maar misschien is het wel goed als we elkaar een beetje loslaten. We zijn elkaars beste vriendinnen en doen bijna alles samen.’

Uiteindelijk willen ze graag in de hoogste klasse van de vrouwenselectie terecht komen zo gauw er plek is. ‘We komen wel door selectie maar er zijn maar zes paren. We kunnen tot onze 25e voor de jeugd spelen. We hebben onze ambitie kenbaar gemaakt bij de bond. We hebben gemerkt dat je je mond moet opendoen anders lopen ze over je heen. Vorig jaar kwam er een plek vrij in eerste divisie. Een paar begon half te schreeuwen van ‘geef ons die plek terwijl wij netjes afwachtten. Nu trekken wij ook onze bek open!’ Prof worden zien ze in elk geval niet zitten. Ook al valt er in de VS flink geld te verdienen met bridge. ‘We houden het bij parttime. Er is nog zoveel meer naast bridge.’