Achtergrond

Hbo zoekt steun bij ‘hels karwei’

HBO-raadvoorzitter Doekle Terpstra vindt de aanhoudende golf van kritiek op de hogescholen onterecht. Actiegroep Beter Onderwijs Nederland heeft volgens hem een sterk verouderd beeld van het onderwijs. Dwarsliggende hbo-docenten kunnen niet op zijn eindeloze sympathie rekenen: ‘Een professional gaat na een goed inhoudelijk debat weer aan het werk. Wie dat niet wil, kan beter opstappen.’

Het hbo ligt de laatste maanden zwaar onder vuur. De onderwijskwaliteit zou ernstig gevaar lopen door het competentiegerichte leren. Docenten die niet mee willen doen met de didactische nieuwlichterij zouden worden geïntimideerd en zelfs ontslagen. Het nieuwe functiewaarderingssysteem zou een ordinaire bezuinigingsmaatregel zijn en de invoering van leerrechten werd dankzij de ‘obstructie’ van hogescholen en universiteiten een jaar uitgesteld.

De kritiek is ongemeen fel. Een commentator van NRC Handelsblad noemde het hbo onlangs het afvoerputje van het hoger onderwijs en econoom Arnold Heertje vergeleek Fontys Hogescholen met een criminele organisatie die kritische docenten de tent uit werkt.
 ‘Het is inderdaad erg populair om iets negatiefs over het hbo te roepen, maar de beelden kloppen niet met de feiten. Zo’n oprisping van Heertje is natuurlijk schandalig. Geen misverstand, ik ben van het slag mensen dat openstaat voor kritiek. De kerntaak van het hbo – het verzorgen van hoogwaardig onderwijs – moet goed worden uitgevoerd. Dat gebeurt ook. We staan er internationaal mooi op: the Design Academy, de Haagse Hotelschool en veel van onze kunstopleidingen zijn echt internationale pareltjes. Maar daar hoor je Heertje niet over. Die is er op uit om het hbo te schofferen, zonder dat hij weet wat er werkelijk speelt.’

De vereniging Beter Onderwijs Nederland wordt behoorlijk serieus genomen: zelfs premier Balkenende zei onlangs tegen BON-voorzitter Ad Verbrugge dat hij ‘hartstikke blij’ is met diens kritische bijdragen en ook minister Van der Hoeven ging met hem in debat.
‘Ik vind het opmerkelijk dat zo’n kleine club in korte tijd zoveel aandacht genereert. Iets vergelijkbaars heb ik als CNV-voorzitter gezien toen het Alternatief voor Vakbond werd opgericht. Een clubje van niets, maar iedereen had het er over. Kennelijk appelleert ook BON aan een gevoel van onbehagen. Het hbo pareert die kritiek niet duidelijk genoeg, terwijl er echt wel wat op af te dingen is.

Zoals?
‘BON schetst een romantisch, maar sterk verouderd beeld van de docent. Vroeger stond een docent inderdaad op een voetstuk en kon hij min of meer zijn eigen gang gaan. Maar de afgelopen jaren zijn hogescholen autonome, professionele organisaties geworden die hun eigen strategie bepalen. Docenten zijn een schakel in een keten van professionals die samen het hogeschoolbeleid uitvoeren.’

Volgens BON degradeert het competentiegerichte onderwijs docenten tot veredelde activiteitenbegeleiders, die studenten veel te weinig inhoudelijke kennis bijbrengen.
‘De eerste hogeschool die geen kennis meer overdraagt heeft een enorm probleem. Ook bij competentiegericht leren doen studenten eerst inhoudelijke kennis op, daarna wordt die in een simulatie getoetst en vervolgens passen studenten het geleerde toe in de praktijk. Daarmee levert het hbo professionals af die hun kennis meteen kunnen benutten. Inderdaad vraagt het nieuwe leren om een andere rol van de docent. Die kan niet meer alleen met een krijtje in zijn hand voor het schoolbord staan, zoals in de tijd van Arnold Heertje. De moderne docent moet veel ondernemender zijn en kunnen inhaken op problemen die studenten hebben met het toepassen van hun kennis.’

Toch klaagt de helft van de afgestudeerden in uw eigen HBO-Monitor dat hun opleiding best wat pittiger had gemogen. Ook het aantal contacturen is soms erg gering.
‘In het competentiegerichte leren worden studenten geacht veel dingen zelf te regelen, maar het mag inderdaad niet doorslaan. Ik zie dat verschillende hogescholen, waaronder Inholland, nu als eis stellen dat studenten hoe dan ook twintig contacturen per week moeten hebben. Dat lijkt me een duidelijk signaal van bestuurders die hun verantwoordelijkheid nemen.’

Wat adviseert u docenten die moeite blijven houden met hun nieuwe rol?
‘Wie het niet eens is met de didactische methode moet dat aankaarten. Kritiek houdt instellingen scherp. Maar daarna geldt net als in het bedrijfsleven het devies: ‘mouwen opstropen en aan de slag’. Het alternatief is dat zo’n docent uiteindelijk zijn conclusies trekt en opstapt. Het belang van het collectief gaat uiteindelijk boven dat van het individu.’

Het nieuwe functiewaarderingssysteem in het hbo draagt volgens critici ook al niet bij aan de arbeidsvreugde van docenten. Het zou een slecht verholen bezuinigingsoperatie zijn.
‘Dat nieuwe functiegebouw is juist een zegen, want het geeft mensen veel meer carrièreperspectief dan het oude. Daarin zat de helft van de medewerkers aan het eind van zijn salarisschaal en waren er weinig prikkels voor verdere ontwikkeling. Dat wordt nu doorbroken. Mensen krijgen niet langer jaarlijks hun periodiekje erbij, maar kunnen behoorlijke sprongen voorwaarts maken. Bijvoorbeeld door seniordocent te worden of lid van een kenniskring rond een lector.’
‘Niemand van het zittende personeel is er in salaris op achteruitgegaan, alleen de schaalindeling is anders. Ik kan me goed voorstellen dat iemand schrikt van een brief waarin staat dat hij niet langer in schaal twaalf zit maar in schaal tien, zeker als daar vooraf niet goed over gepraat is. Maar het systeem zelf is echt een verbetering, ook volgens de vakbonden.’
‘Als dit een bezuiniging was zouden we een wel erg vreemd signaal afgeven. We krijgen de komende jaren te maken met een gigantische uitstroom van mensen. Die moet op een goede manier worden opgevangen. Het nieuwe functiegebouw is daar onderdeel van, maar er moet nog veel meer gebeuren. We gaan daar zeker over doorpraten met de vakbonden.’

Wordt ook Beter Onderwijs Nederland uitgenodigd?
‘BON is de afgelopen weken meermalen uitgenodigd voor een gesprek. Er zijn mails gestuurd, er is ingesproken op een antwoordapparaat, maar we krijgen geen reactie. Dat is toch interessant? En intussen blijven ze dingen roepen die simpelweg niet kloppen. Onlangs beweerde Verbrugge nog dat de HBO-raad de opleidingen zelf op kwaliteit beoordeelt. Van de accreditatie door de NVAO, met alle bureaucratische druk die dat oplevert, heeft hij kennelijk geen weet. Dan roep je dus maar wat.’

Een ander kritiekpunt betreft de overhead in het hbo. Oud-staatssecretaris Rutte zei onlangs dat negentig procent van de extra’s die hogescholen hebben ontvangen bij de managementlaag terecht zijn gekomen.
‘Dat is aantoonbare onzin. Uit de salarissystemen van hogescholen blijkt dat er op dit moment niet méér, maar juist mínder managers zijn in het hbo dan pakweg tien jaar geleden. Daarnaast geldt dat het aantal docenten is toegenomen. Als iemand dat zou moeten weten, is het voormalig staatssecretaris Mark Rutte zelf. Ik heb hem meermalen uitgenodigd om met me in debat te gaan over dit verhaal, maar hij reageert niet. Omdat hij weet dat hij een verkeerd beeld schetst.’

Als staatssecretaris had Rutte een duidelijke visie op het hoger onderwijs. Toch is zijn erfenis klein gebleken. Wat ging er mis?
‘Hij roept als VVD-leider dat hij veel heeft bewerkstelligd in het hoger onderwijs. Als hij doelt op de frustratie die hij teweeg heeft gebracht, geef ik hem gelijk. Hij zei als staatssecretaris tot vervelens toe dat bestuurders wat hem betreft met knikkende knieën naar de medezeggenschapsraad moeten om daar verantwoording af te leggen. Ik heb hem vaak gevraagd wat voor bestuurscultuur hij beoogde. In mijn visie moeten bestuurders in harmonie samenwerken met medezeggenschapsraden. Confrontaties horen erbij, maar ze zijn niet de regel. Ik ben vanuit mijn vakbondstijd pittige vergaderingen gewend. We vochten elkaar soms de tent uit, maar je wist wel wat je aan elkaar had. Na een bestuurlijk overleg in het hoger onderwijs weet je dat niet: de staatssecretaris en de koepels wantrouwen elkaar en de relatie met de Tweede Kamer is ook niet goed. Dat werkt als een mes in de rug: het is moordend voor een goed beleid.’

Dat werd duidelijk bij het debat over het uitstel van leerrechtenbekostiging. De HBO-raad is een van de partijen die de zwartepiet kreeg toegespeeld.
‘En dat is dus volkomen onterecht. Alle hogescholen zijn van mening dat ons bekostigingssysteem zo goed als failliet is. Daarom zijn we altijd voor leerrechten geweest en hebben we ons constructief opgesteld. Maar het huidige compromis waarbij studenten hun leerrechten per maand mogen inzetten en instellingen bekostiging in hele jaren ontvangen, is niet uitvoerbaar. Dat hebben wij de Eerste Kamer laten weten. En als Bruins dan een brief naar de Tweede Kamer stuurt waarin hij uitstel van een jaar aankondigt, dan heeft het hbo het ineens gedaan en zouden wij helemaal geen leerrechten willen. Voor mij is dat op de grens van het toelaatbare. Inmiddels hebben we met de staatssecretaris een stevig gesprek gevoerd en afgesproken dat we over en weer met vertrouwen gaan werken aan de invoering van leerrechten in 2008.’
‘Dat vertrouwen is essentieel als Nederland vasthoudt aan de doelstelling dat straks de helft van de beroepsbevolking hoogopgeleid moet zijn. Die taak ligt voor het grootste deel op ons bord. Dat betekent dat het hbo steeds meer studenten moet opleiden. Een aantal hogescholen kon de aanwas dit jaar al nauwelijks aan, zeker gezien de krappe arbeidsmarkt. De ambitie is er, maar het is een hels karwei om het gedaan te krijgen. Het hbo krijgt daarbij nog onvoldoende steun van politiek en overheid.’

HOP, Hein Cuppen en Thijs den Otter