Achtergrond

‘Mijn luisteraars moeten het idee hebben dat ze erbij zijn’

Docent aan de School voor Journalistiek, verslaggever bij Radio 1, zijn eigen programma MoveYourAss op 3FM, presentator op festivals. In zijn vrije tijd oefent hij met zijn band Gladius. Radiotalent Rudy Mackay (26) verveelt zich, naar eigen zeggen, nogal snel. Met zijn afstudeerreportage over een Iraanse asielzoeker won hij onlangs, als eerste Nederlander sinds vijf jaar, de prestigieuze RVU Radioprijs.

Voorgaande jaren is de prijs steeds naar een Belgische productie gegaan. Wat maakt onze zuiderburen beter?
‘In Nederland staat de actualiteit voorop. Alles moet snel, snel, snel. One-liners zijn belangrijk. In België hechten ze meer waarde aan sfeer. Radio maken is daar creatiever. Dat maakt het prettiger om naar te luisteren. In mijn reportages probeer ik juist die twee dingen met elkaar te combineren. Je kunt bijvoorbeeld een reportage maken over Bungee-jumpen en daarover vertellen, maar als je het daadwerkelijk doet, opneemt hoe je springt. De wind laten horen, die angstschreeuw, dan geef je een stuk zoveel sfeer. Als je je ogen dicht hebt, moet je het idee hebben dat je erbij bent.’

Is die toepassing van sfeer jouw handelsmerk?
‘Ik denk het wel. Als radiomaker heb ik maar een doel: mensen raken. Of het nu voor 3FM is of Radio 1, mijn luisteraars moeten het idee hebben dat ze erbij zijn. Het liefst zou ik ze ook nog aan het denken zetten. Goed, bij 3FM is dat wat minder van toepassing dan mijn lange reportages bij Radio 1. Plat gezegd is MoveYourAss puur entertainment. Die radioshow maak ik met een leuke groep mensen om me heen. We kunnen lekker gek doen. Toch probeer ik hier en daar iets journalistieks toe te voegen. Ik blijf in de eerste plaats journalist.’

Hoe verwerk je die visie in je radiolessen?
‘Ik draag gewoon de kennis over die ik heb. Het is belangrijk dat je een eigen stijl hebt. Dat geef ik mijn studenten mee. De rest moeten ze toch zelf doen.’

Hoe bevalt het lesgeven?
‘Ik vind het geweldig. Omdat ik een keuzevak geef (Campusradio, red.) heb ik alleen maar gemotiveerde mensen. Dat werkt prettig. Volgend semester ga ik de radiodifferentiatie doen, maar daarna houd ik het docentschap denk ik weer voor gezien. Want ik wil dit werk in principe niet langer dan een jaar doen. Als ik hier te lang blijf hangen word ik misschien wel een echte leraar. Zo’n verzuurde kerel. Dat sluipt er snel in hoor, als je continu wordt geconfronteerd met organisatieproblemen als een niet werkend kopieerapparaat, het verantwoorden van studie-uren, crashende computers, ga zo maar door. Daarnaast vind ik dat je als docent moet weten wat er in de praktijk speelt. Anders kun je je studenten nooit een goed beeld van de werkelijkheid meegeven. Vooral in de journalistiek, daar verandert alles zo snel.’

Dus wat jou betreft komt er ieder jaar een nieuw docententeam?
‘Bij sommige vakken als taalbeheersing en geschiedenis is dat niet nodig, maar bij de echte, praktische journalistiekvakken vind ik het wel belangrijk.’

De winnende reportage was tevens je afstudeerwerk. Wat voor cijfer heb je er op school voor gekregen?
‘Een acht, haha. Ik heb mijn begeleiders er nog op aangesproken. Een acht… Als ik het goed heb, ben ik de eerste SvJ’er in twintig jaar die de titel krijgt. Nou, dan verdien ik nu minstens een tien, toch? Nee hoor, dat is een grapje. Zo’n cijfer maakt mij niet zoveel uit. Belangrijker is dat mijn oud-docenten/collega’s trots op me zijn.’

Dat radiomakers van de School voor Journalistiek zo lang geen RVU-prijs hebben gewonnen, zegt dat iets over de opleiding?
‘In de praktijk leer je in principe alles veel sneller, maar een opleiding maakt het proces van het maken makkelijker. Hier op school onderzoek je het verhaal achter radio. Je leert op een bepaalde manier naar een medium kijken. De theorie, zeg maar. Die heb je wel nodig. Daarbij leer je op de School voor Journalistiek zoveel verschillende mensen kennen die later in het beroepsveld, de bal naar elkaar toe spelen. Dat doe ik zelf ook. Als ik voor mijn programma een verslaggever nodig heb, kijk ik ook altijd in mijn klas naar talentvolle studenten.’

Verandert de Radioprijs iets aan je carrière?
‘Het staat goed op mijn cv. In radioland weet iedereen wie de winnaar is, maar het is niet zo dat de aanbiedingen binnenstromen hoor. Bovendien ben ik tevreden met wat ik nu doe. Voor mij persoonlijk is het winnen van zo’n prijs natuurlijk wel een enorme stimulans. Ik heb zin om weer nieuwe repo’s te maken en honderdduizend ideeën. Daarbij kan de prijs goed van pas komen. Het opent wel een hoop deuren.’

Welke deur zou je geopend willen hebben?

‘Mijn droom is om een dagelijkse show te hebben. Bij de publieke omroep, dat wel. Daar krijg je, volgens mij, toch de allermeeste vrijheid. Ik zou me in ieder geval niet thuis voelen bij commerciële omroepen als een 538, waar ik gesprekjes moet houden of jantje, bij wijze van spreken, nog heeft gebarbecued afgelopen weekend. Dat is geen ambitie. Hoe mijn dagelijkse show er uit zou zien? Het moet in ieder geval een combinatie zijn van humor, actualiteit en muziek.’

Een soort De Wereld Draait Door op de radio?
‘Precies. Dat op de radio. Dat lijkt me gaaf. Ik denk wel dat het kan werken. Tja, en als ik dan mag kiezen voor welke zender, dan zeg ik 3FM. Ik heb het daar erg naar me zin.’

Ten slotte, wat ga je eigenlijk met die € 750,- doen?
‘Mijn computer is net gecrasht, dus ik heb een nieuwe nodig.’