Achtergrond

‘Onderwijs intensiveren’

In het nieuw strategisch plan, KOERS 2012 genaamd, heeft het college van bestuur samen met medewerkers, studenten en externe partners de wereld om ons heen geanalyseerd en de koers voor de komende vijf jaar uitgezet. Geen grote groei maar inzetten op kwaliteit en intensivering van het onderwijs is de rode draad. Collegevoorzitter Geri Bonhof licht de keuzes toe.

De centrale medezeggenschapsraad gaf bij de behandeling van het strategisch plan een ‘pluim’. Deed dat goed?
‘Het moest geen tekentafelproduct worden. De intentie was om het in dialoog te ontwikkelen. De debatten met faculteiten en studenten hebben veel opgeleverd en dat moest allemaal plek krijgen. Dat is gelukt en als anderen dat herkennen is dat mooi.’

Kunt u een sprekend voorbeeld geven van een onderwerp dat anderen aan hebben gedragen?
‘Het vraagstuk van de intensivering van het onderwijs kwam naar boven tijdens een bijeenkomst van studenten. En docenten gaven aan dat ze hun kennis willen overdragen. Die elementen vind je terug in de tekst. Achteraf gezien passen die precies in de discussies die nu volop aan de gang zijn.’

Zijn er grote beleidswijzigingen ten opzichte van de vorige periode?
‘Er is nergens een majeure verandering, we bouwen voort op wat we eerder ingezet hebben en kijken vijf jaar verder. Wel is het zo dat internationalisering een prominentere plaats heeft gekregen. We willen meer mobiliteit onder studenten organiseren. Concreet betekent dit dat in 2012 minstens dertig procent van de studenten meedoet aan een programma in het buitenland.’
 
Een van de veranderingen is dat student geen klant meer is maar participant in een kennisorganisatie. Wat betekent dat concreet?
‘Dat vind ik zelf niet zo’n wijziging, maar ik merk dat studenten dat wel zo ervaren. Het is altijd mijn visie geweest dat de student medeverantwoordelijk is voor zijn studie. En zo heb ik het hier bij mijn aantreden ook aangetroffen, hoewel dat niet expliciet geformuleerd was. Als student mag je verwachten dat het gebouw schoon is en dat de roosters op tijd zijn. Maar het is niet zo dat je hier met je leerrechten binnenstapt, wat winkelt en vervolgens elders gaat shoppen. Je bent onderdeel van de gemeenschap en daar draag je verantwoordelijkheid voor. Studenten stellen zich ook niet alleen als klant op: Kijk naar de participatie op bestuurlijk niveau in de medezeggenschapsraden en opleidingscommissies.’

De hogeschool heeft een beperkte ambitie wat betreft de groei. Het aantal opleidingen zal niet veel uitbreiden en de studentenaantallen niet fors groeien. Wel lijkt er groei mogelijk door het verhogen van de rendementen.
‘In internationaal verband is afgesproken vijftig procent van de Nederlandse beroepsbevolking uit hoger opgeleiden bestaat. De universiteiten zeggen dat het vooral de taak is van het hbo. Als je dat doorrekent betekent het een immense explosie binnen het hbo. De vraag is of er voldoende potentieel op dat niveau binnen de bevolking is. Wij hebben geprobeerd realistisch neer te zetten wat onze bijdrage kan zijn.
De groei vanuit het mbo is beperkt. In overleg met de ROC’s hebben we gezegd dat vijf procent toename mogelijk moet zijn. Dan moeten we het verborgen talent aanboren, waaronder ook allochtonen. Die moeten we scouten en helpen. Dat kost veel energie, maar die opdracht nemen we aan. We willen ook meer opleidingen ontwikkelen op het gebied van werken en leren, bijvoorbeeld duale trajecten voor mbo’ers. En daarnaast zetten we sterk in op masteropleidingen.’ 

Bijna de helft van de studenten is na vijf jaar nog niet klaar met de opleiding. Het doel is om dit in de planperiode met tien procent te verbeteren. Hoe? Studenten meer achter de broek zitten of opleidingseisen verminderen?
‘Dat laatste dus niet. Een hogere deelname aan het onderwijs betekent een spanning met de kwaliteit. Wij kiezen ervoor om de kwaliteit niet te verlagen, maar voor intensivering van het onderwijs. We moeten het de komende periode voor elkaar krijgen om het contact tussen docent en student te intensiveren. Ik zeg niet plat dat we het aantal contacturen moeten verhogen; het kan bijvoorbeeld ook via de e-mail. Studiebegeleiding speelt daar een belangrijke rol in.’

Er is veel onrust binnen het onderwijs. Studenten voeren actie voor meer lessen, kranten staan vol over het nieuwe leren, uzelf werd in het tv-programma Buitenhof kritisch bevraagd en er komt mogelijk een parlementair onderzoek naar onderwijsvernieuwingen.
‘In Buitenhof is dit niet voldoende uitgediept omdat presentator Peter van Ingen  meerdere onderwerpen wilde aansnijden. Competentiegericht leren is niet hetzelfde als het nieuwe leren. Het nieuwe leren is een onderwijsmodel met als filosofie dat je zelf je kennis construeert. Daarbij is er een beweging die zegt: Kennis is niet belangrijk want dat vinden de studenten op internet.
Het competentiegericht leren dat wij aan de HU hanteren bestaat uit kennis, vaardigheden en attitude. In het debat is competentiegericht onderwijs verslonst tot vaardigheidsonderwijs. Daar neem ik afstand van. Ik constateer dat er hierover geen ordentelijke discussie meer gevoerd kan worden, ook niet door mensen die er voor doorgeleerd hebben.’

Is volgens u in het competentiegericht onderwijs de kennis ondergesneeuwd ten opzichte van vaardigheden en attitude?
‘Het is moeilijk daar een generiek antwoord op te geven. Vaardigheden als spellen en rekenen worden in het basisonderwijs goed geleerd, maar als je ze niet onderhoudt raak je ze kwijt. Ik heb hbs-b gedaan maar het lukt me niet meer om de stelling van Pythagoras te bewijzen. In het voortgezet onderwijs en het mbo moeten rekenen en spelling beter bijgehouden worden.
Als het gaat om de kenniscomponent in het hoger onderwijs dan vind ik niet dat die ondergesneeuwd is. Ik denk dat docenten dat niet laten gebeuren, die staan voor hun vak. En als het fout gaat geeft de beroepsgroep signalen af.’

In het strategisch plan staat meerdere keren dat er meer kenniselementen in het onderwijs moeten komen.
‘De methodieken die wij in ons onderwijs hanteren maken dat je de kennisbasis goed moet borgen, goed omschrijven wat je als verpleegkunde of ingenieur nodig hebt. De kritiek op het studiehuis is dat dit niet gebeurd is. Maar bij ons is de omschrijving gerelateerd aan de beroepsuitoefening. Daar worden we op geaccrediteerd. In het strategisch plan en eerder in het onderwijsprofiel hebben we prioriteit gesteld bij het borgen van die kennis.’

Er bestaat een stevige roep dat de hogeschool meer geld moet steken in het primaire proces in plaats van gelden te besteden aan ondersteunende diensten en dergelijke. Dat komt ook terug in het strategisch plan. De Backoffice dient hiertoe te professionaliseren en bezuinigen. Zijn er meer mogelijkheden?
‘De doelstelling is om in vijf jaar tijd twintig procent op de Backoffice te bezuinigen. Dat is een forse en het kraakt en piept in de organisatie. We vragen ons bij alle uitgaven af of we het nog moeten financieren. Dat betekent dat we kritisch kijken naar de studentenvoorzieningen zoals de verenigingen, de sport en de cultuur, de Shared Service Centra en alle stafdiensten.
Wij veronderstellen dat er niet meer geld van het ministerie naar het bacheloronderwijs komt. Wel kunnen we onze geldstromen verhogen door winstgevend contractonderwijs te realiseren, zoals de cursussen die de faculteit Economie en Management aan de Belastingdienst verzorgt. Belangrijk is ook dat we onderzoekssubsidies moeten verwerven, bijvoorbeeld bij de Europese Gemeenschap. En de aardgasbaten zijn in toenemende mate beschikbaar voor de kennisinfrastructuur. Daar moeten we actie op ondernemen.’

Gerard Rutten

Presentatie KOERS 2012
Woensdag 28 februari vindt de presentatie plaats van KOERS 2012 in de faculteit Economie en Management. De ontvangst begint om 14.30 uur, het programma duurt van15.00 tot 17.00 uur. Zowel studenten en personeel zijn welkom.

Collegevoorzitter Geri Bonhof geeft een korte presentatie van het strategisch plan, waarna een film wordt getoond over de totstandkoming van KOERS 2012. Ook staan er interviews gepland met Kete Kervezee, inspecteur-generaal bij het ministerie van onderwijs, de Utrechtse onderwijswethouder Rinda den Besten en enkele studenten en docenten. Verder wordt er een column over de HU-strategie uitgesproken vanuit het studentperspectief. De bijeenkomst besluit met een optreden en borrel.