Vrienden wezen hen erop dat ze het tijdens de wintersportvakantie wel erg gezellig samen hadden. Pas toen kwam het besef. Terug in Nederland dumpte Merel (22, vierdejaars Farmakunde) haar toenmalige vriendje en nu is ze al vier jaar gelukkig met Gijs (25, vierdejaars Management Economie en Recht).
Ontmoeting? Hij: ‘Dat was tijdens de wintersport. Ik vond Merel een gezellige meid, maar ze had al een vriendje. Nee, op die vakantie is toen niks gebeurd. Dat vond ik niet zo netjes. Terug in Nederland bleek dat zij het meteen had uitgemaakt met haar vriend. Toen konden we dus ongegeneerd afspreken.’ Zij: ‘Het moment dat ik uit de bus stapte maakte iemand een opmerking over mijn ‘hutkoffer’. Dat was Gijs. Vervolgens zijn we de hele week met elkaar opgetrokken. We hebben tijdens die vakantie niks uitgespookt want ik had nog een vriendje. Toen die relatie uitging, zijn we gaan afspreken. Sindsdien doen we bijna alles samen.’
Soort relatie? Hij: ‘We doen bijna niks apart, maar dat komt ook omdat we dezelfde interesses delen. En omdat we samen een huis hebben, komen de meeste vrienden altijd bij ons hangen. Gelukkig kan Merel heel goed met mijn vrienden en andersom. Dat vloeit wel lekker in elkaar over.’ Zij: ‘Naast mijn geliefde is hij mijn beste vriend. Het liefst sleep ik hem overal mee naar toe. Dat kan ook makkelijk want Gijs vermaakt zich wel. Af en toe doen we ook wel eens iets los van elkaar. Ik vind het niet gezond om werkelijk alles samen te doen.’
Ruzies? Hij: ‘Merel is nogal slordig, ze laat alles slingeren. Haar kleren liggen overal door het huis heen. Ik ben veel opgeruimder dus daar kibbelen we over.’ Zij: ‘Dat gaat meestal over huishoudelijke dingen. Als ik opruim, wil ik het goed doen. Gijs schuift de rommel makkelijk onder het bed. Dan lijkt het netjes, maar dat is het niet.’
Leukste aan hem/haar? Hij: ‘Ze is heel zorgzaam. Moederlijk vind ik zo stom om te zeggen, maar dat is ze wel. En ze kan ontzettend lekker koken.’ Zij: ‘Hij is heel sociaal. Als ik hem ergens mee naar toe neem, hoef ik nooit op te letten of hij het wel naar zijn zin heeft. Gijs heeft met iedereen wel een klik.’
Slechtste eigenschap? Hij: ‘Ze weet nooit wat ze moet aan trekken. Daar zit ze iedere dag over te zeuren. En dat terwijl haar kledingkast uitpuilt. Oh, en ze bemoeit zich overal mee, maar dat doe ik ook. Ik zou wel eens willen dat we wat minder op elkaar zouden letten.’ Zij: ‘Hij overdrijft alles. Als Gijs een verhaal vertelt, moet je het altijd met een flinke korrel zout nemen.’
Favoriete standje? Hij: ‘Laatst hebben we de wasmachine uitgeprobeerd. Daar kan Merel dan op zitten, dat beviel wel erg goed.’ Zij: ‘Als ik ergens op zit of lig en Gijs staat. Op de keukentafel of zo.’
Toekomstdroom? Hij: ‘Veel geld verdienen zodat ik nog meer kleren voor Merel kan kopen en een Porche voor mezelf. Hahah, dat klinkt wel erg materialistisch hè? Maar zo bedoel ik het niet hoor. Ik hoop dat we nog een keer een seizoen samen ski-les kunnen geven in Oostenrijk of zo. En uiteindelijk willen we natuurlijk ook een paar kinderen.’ Zij: ‘Wij maken altijd hele mooie en avontuurlijke plannen, maar het komt er nooit van. Eigenlijk droom ik stiekem ook heel saai over de allerdaagse, gewone dingen. Dat we allebei een leuke baan krijgen en dat er uiteindelijk kinderen komen.’ Jasmijn Masius