Frank Smit (23) en Corine Lodder (22), allebei tweedejaars culturele en maatschappelijke vorming, zijn sinds september klasgenoten en ruim zeven maanden een setje. Ze delen de interesse in hun studie maar houden ook erg van uitgaan en leuke dingen doen met vrienden. Corine: ‘We zijn echt levensgenieters.’
Eerste ontmoeting?
Hij: ‘In september stroomde ik in het tweede jaar van cmv in. Ik viel Corine meteen al op. Dat heeft ze me later verteld. Ik vond haar ook leuk, maar ik had een vriendin.’
Zij: ‘Ik vond het meteen een leuke jongen en hoopte dat hij bij mij in de klas zou komen. Dat gebeurde. Het klikte goed tussen ons. Maar hij had een vriendin. Ik ben niet gaan stoken ofzo, daar houd ik helemaal niet van. Dan maar vrienden, dacht ik.’
Vonk?
Hij: ‘We spraken elkaar steeds vaker, sms’ten meer. Toen we een keer naar het theater gingen, bleven we slapen bij een klasgenootje. Toen was het raak. Het was net twee weken uit met mijn vriendin.’
Zij: ‘Er was al vanaf het begin een soort spanning tussen ons. Klasgenoten vroegen vaak hoe het zat, of we iets hadden. Op een gegeven moment vertelde hij dat zijn vriendin het had uitgemaakt. Dat vond ik natuurlijk erg vervelend voor hem, maar stiekem was ik ook wel een beetje blij.’
Soort relatie?
Hij: ‘We zien elkaar niet heel vaak, ook al zijn we klasgenoten. Ik woon in Alkmaar, Corine in Nieuwegein. Maar als we dan samen zijn is het extra fijn.’
Zij: ‘We hebben een heel vrije relatie. We hechten allebei veel waarde aan een eigen leven, eigen vrienden. Als we elkaar zien gaan we meestal na school iets leuks doen. Dat is makkelijk, want de volgende dag moeten we ook weer allebei naar school.’
Ruzie?
Hij: ‘We hebben nooit echt ruzie, maar kibbelen wel af en toe. Over school bijvoorbeeld. Over wat het antwoord op een vraag is of hoe je een opdracht het best kan aanpakken.’
Zij: ‘We maken eigenlijk nooit ruzie. Dat is het voordeel als je elkaar zo weinig ziet.’
Schoonouders?
Hij: ‘De ouders van Corine zijn hele gezellige, lieve mensen. Ze willen graag dat ik me thuis voel als ik bij hen ben. Dat ik gewoon zelf drinken uit de koelkast pak, zonder het te vragen.’
Zij: ‘Met zijn ouders klikt het super goed. Dat komt omdat we een beetje dezelfde types zijn denk ik. Ik herken ook veel in zijn opvoeding.’
Toekomst?
Hij: ‘Daar ben ik eerlijk gezegd nog niet zo erg mee bezig. Maar op dit moment gaat het heel goed tussen ons. Als dat zo blijft denk ik dat we nog lang bij elkaar blijven.’
Zij: ‘Ik vind het lastig om daar wat over te zeggen. We zijn nog jong, er kan nog van alles gebeuren. Maar nu gaat het goed. En als dat zo blijft lijkt het me leuk als we nog lang samen blijven.’