Nurkis De Jesus (22) en Yoeri Joosen (22, eerstejaars studenten lerarenopleiding Spaans) zijn officieel twee weken bij elkaar.
Ontmoeting?
Hij: ‘We zitten bij elkaar in de klas dus we kennen elkaar al zeven maanden. Ik vond haar meteen een mooie meid, maar wist niet zo goed hoe ik het moest aanpakken. Onder het mom van ‘ik-heb-Spaanse-bijles-nodig’ voegde ik haar toe op MSN. Zij bleek hulp te kunnen gebruiken met het schrijven van haar stageverslag. Tja, en toen vond ik het natuurlijk geen probleem om langs te komen.’
Zij: ‘Hij voegde me toe op Hyves en daarna op MSN omdat hij een verslag wilde hebben. Ik denk dat het een smoes was. Later had ik hulp nodig met schrijven van mijn stageverslag. Toen bood hij aan om langs te komen.’
En van bijles kwam niks meer?
Hij: ‘Het duurde best nog wel een tijd voordat we echt wat hadden. Maar op een gegeven moment heb ik gewoon gezegd dat ik haar leuk vond.’
Zij: ‘Na een paar afspraakjes vroeg hij of ik zijn vriendin wilde zijn. Daar was ik in het begin een beetje onzeker over, maar ik heb toch ‘ja’ gezegd.’
Zijn jullie klef?
Hij: ‘Niet echt, hier op school weet bijna niemand dat wij met elkaar gaan. We proberen dat gescheiden te houden.’
Zij: ‘We knuffelen wel.’
Leukste aan hem/haar?
Hij: ‘Daar moet ik even over nadenken. Ik weet gewoon niet wat ik moet kiezen, ze heeft heel veel leuke kanten. Het allergrappigst vind ik dat ze zo met alles meeleeft. Als we bijvoorbeeld een film kijken en het maakt haar boos dan vliegt ze mij bijna aan. Ja, dat vind ik grappig.’
Zij: ‘Zijn ogen en zijn manier van denken. Hij heeft zo’n andere kijk op dingen. Daar leer ik ook van.’
Ergernis?
Hij: ‘Ze knakt met haar vingers en haar nek. Heel irritant. Als ze dat doet, kijk ik haar heel boos aan.’
Zij: ‘Ik kan niks bedenken.’
Raarste seksplek?
Hij: ‘We zijn nog maar twee weken bij elkaar! Wat denk je zelf?’
Zij: ‘Heb je nog andere vragen?’
Schoonouders?
Hij: ‘Mijn ouders zijn erg benieuwd naar haar en overspoelen me met vragen. Ik heb gezegd dat ze die beter aan haar zelf kunnen stellen. Daarom neem ik haar vrijdag mee naar huis. Te snel? Vind ik niet hoor.’
Zij: ‘Vrijdag ontmoet ik zijn ouders. Heel spannend, ik ben zo zenuwachtig.’
Huisje, boompje, beestje?
Hij: ‘Het voelt goed dus ik denk dat we lang bij elkaar blijven. Als het ooit uit gaat, hoop ik in ieder geval dat we voor altijd vrienden blijven.’
Zij: ‘Het liefst zou ik met hem willen trouwen en twee kinderen krijgen. Maar ik kijk niet te ver vooruit. We hebben het nu goed samen.’
