Achtergrond

Skiffhead


Wanneer je aan Triton-toproeier en HU-student Daan Switters (22) vraagt wat er nu zo leuk aan roeien is, antwoordt hij simpelweg ‘omdat het een toffe sport is’. En voor die toffe sport staat hij vrijwel iedere dag om 7.00 uur op om te trainen. Daarna racet hij naar De Uithof om colleges voor zijn lerarenopleiding Biologie te volgen, staat vervolgens weer aan het kanaal voor de middagtraining en ‘s avonds doet Daan meestal alleen nog wat huiswerk. Oh, ja… En tussen de bedrijven door, loopt hij twee dagen stage op een Utrechtse middelbare school.

Zwaar? ‘Het is een keuze. Met een minder zwaar trainingschema, word ik niet beter. Dat is simpel. Ik wil hier in uitblinken, want ik weet dat ik een hoog niveau kan bereiken. Als ik het nu niet doe, gebeurt het nooit.’ De student praat niet over onderbuikgevoelens of lotbestemming, maar analyseert zijn sportprestaties alsof het een wiskundige formule is.
En zo besloot de roeier, na drie jaar in ploegen te hebben geroeid, om dit seizoen alleen verder te gaan. In een skiff. ‘Ik realiseerde me dat ik alleen beter kan worden in een skiff. In een team ben je altijd afhankelijk van anderen. Nu ben ik verantwoordelijk voor mezelf. Als ik een slechte dag heb, kan ik het alleen mezelf aanrekenen. Dat vind ik prettiger.’

Een schot in de roos; sinds de overstap is hij langzaam op weg om het paradepaardje van roeivereniging Triton te worden. Zo maakte hij vorige maand onder andere furore bij de jaarlijkse Varsity, door in de categorie beginnelingen skiff (eenpersoonsboot, red.) te winnen. Onlangs werd hij vierde tijdens de Nederlandse Kampioenschappen in dezelfde categorie. Het ultieme doel? ‘De Olympische Spelen.’

Je neemt je carrière wel heel serieus, waar komt die drive vandaan?
‘Ik heb hiervoor gekozen, terwijl andere studenten misschien liever in hun vrije tijd uitgaan. Prima. Niks mis mee. Ik probeer de ideale combinatie tussen mijn studie en sporten te vinden. Mijn studie is minstens zo belangrijk. Maar daarmee is mijn dag zo vol dat ik er niet veel meer bij kan hebben. Voor mij is deze combinatie een goede invulling van mijn studententijd. Ik hou van het levensritme: fit te zijn en ergens naar toe te leven. Daar horen sommige onthoudingen zoals weinig alcohol en vroeg naar bed nu eenmaal bij. Het geeft me energie. Ik vind het prettig dat ik nooit duf in de collegebanken zit.’

Studentenroeiers hebben de reputatie flink te feesten. Heb je nooit het idee dat je wat mist?
‘Dat ligt eraan hoe je een studentenleven definieert. Voor mij is dit mijn manier van een studentenleven. De meeste competitie- of feestroeiers ken ik niet goed. Dat is een heel andere wereld. Met de wedstrijdroeiers trek ik uiteraard wel meer op. We komen elkaar dagelijks tegen en zitten op een lijn, delen dezelfde ambitie. Als we bijvoorbeeld op trainingskamp zijn, doen we rustig aan. We maken wel lol, maar gaan niet de hele nacht door.’

Daar heb je nooit aan meegedaan?
‘Jawel. Aanvankelijk schreef ik me bij Triton in voor de gezelligheid, niet met de gedachte om topsporter te worden. Sterker nog; ik had nauwelijks in een boot gezeten. Ik kwam bij de vereniging via een vriend uit Breda, waar ik vandaan kom. Het leuke aan roeien is dat het in Nederland echt een studentensport is. Dat sfeertje sprak me aan dus vandaar. Vervolgens hebben ze me drie maanden lang aan de kop gezeurd of ik niet in de selectiegroep wilde. Ja, daarvoor hebben ze écht drie maanden moeten zeuren. Ik zag het namelijk niet zitten want ik wist wat ik ervoor moest opgeven en wilde mijn leven niet helemaal omgooien.’

Al eens spijt gehad van je keuze?

‘Nee. Als ik iets doe, wil ik het helemaal goed doen. Voordat ik ging roeien, werkte ik bijvoorbeeld af en toe als dj. Dat beviel me ook wel. Ik had daar wel voor kunnen kiezen. Ik zag mezelf niet op feestjes van vrienden en familie draaien. Maar groter. De Monza, Supperclub. Om dat niveau te bereiken, had ik betere apparatuur nodig. Dat kost geld, tijd. Bovendien, zou ik het er nu niet meer naast kunnen doen.’

Waarom was jij de ideale kandidaat voor de selectiegroep?

‘Nou, het heeft meer te maken met je lichaamsbouw. Ik ben lang. Daarmee kom je als roeier al een heel stuk.’

Wat deed je besluiten om het wel te doen?
‘Op een gegeven moment ging ik overstag. Ik was gewoon heel nieuwsgierig of ik het zou kunnen. Kijk, de bouw had ik, maar met alleen botte kracht kom je er niet. Laten we zeggen dat het 75% lichaamsbouw, 25% inzicht is wat je een goede roeier maakt. Al snel werd ik beter en beter. En dat werkt verslavend. Je gaat steeds hogere doelen stellen. Dat je de mogelijkheid hebt om aan de top te komen, geeft een goed gevoel.’

Dus Sjoerd Hamburger, hét Utrechtse roeitalent van het moment, moet zich zorgen maken?
‘Sjoerd hoeft mij absoluut nog niet te vrezen! Hij is drie maten te groot voor mij. Ik wil natuurlijk ook mijn spierballen laten zien in de roeiboot op een wereldkampioenschappen, wereldbeker of Olympische Spelen. Op dit moment ben ik nog niet sterk genoeg om met de roeibond mee mogen te trainen voor Wereldbekerwedstrijden en een WK. Mijn persoonlijk record op de ergometer moet daarvoor behoorlijk worden aangescherpt. De komende tijd zijn dus naast plezier in het roeien en progressie boeken de belangrijkste doelen.
Buiten het roeien is het zaak om de lerarenopleiding tot en met de eerste graad af te ronden en wellicht een vervolg te zoeken in een studie biologie in Amsterdam. Ik wil nog niet fulltime werken, want dat zou grotendeels het einde van mijn intensieve roeicarrière betekenen.’