Columns

Afscheid van Xander ;-(

Onze student-columnist Xander vertelde een jaar lang iedere veertien dagen over wat hij meemaakte en bedacht. Nu rijdt hij in een busje van Contis naar Peniche en neemt afscheid van ons, helaas.

Gisteravond reden mijn vriendin en ik met de ondergaande zon de Spaans-Portugese grens over. Bij een stenen kruis langs de weg parkeerden we ons camperbusje voor de nacht. De omgeving doet me denken aan de woestijn in New-Mexico. Ik probeer nog even de​ sterrenhemel in de lens van mijn camera te krijgen, maar dat blijkt knap lastig. ​​

Zo’n twee weken geleden vertrokken we uit Amersfoort. We reden door de eerste heuvels van de Ardennen, langs de felgele zonnebloemen​ van midden-Frankrijk. In het Franse Baskenland, aan de westkust, vonden we Contis. Een klein dorpje met een gigantische vuurtoren ​die ’s nachts over haar waakt. Daar lieten we een week lang onze hangmat wapperen in de wind. Terwijl de eerste zonnestralen de zee ’s ochtends​ met goud bedekten, surfde ik daar de beste golf van mijn leven. ​

Na Contis reden we naar Noord-Spanje. De schouders, moe van het eindeloze peddelen in de zee, kregen even rust in het mooie San-Sebastian.​ Vlakbij ligt Zarautz, een heerlijke plek met veel zon en mooie golven. Maar ik herinner het vooral als de plek waar ik elke dag moest knokken​ met de semi-defecte Spaanse parkeerautomaten. We sliepen op een parkeerplaats vlakbij het strand, en maakten dankbaar gebruik van het kraantje​ met water dat bij een speeltuintje geplaatst was.​

​Een flinke beproeving volgde voor Jarvan (zo heet ons  busje) in een zoektocht naar een afgelegen strand tussen de rotsen. Ik weet niet of ​het een echte weg of een mountainbikeroute was, maar ik ben blij dat Regina achter het stuur zat. De route eindigde abrupt in een oprit van een huis met een fanatieke hond ​als poortwachter.​

​In Itxaspe klommen we met een touw van een rots, op zoek naar een ​nieuwe surfspot. Naast een spitse bergwand vonden we ‘Aitzuri’, dat witte rots betekent in het Baskisch. De baai heeft potentie, maar de golven breken er niet deze tijd van het jaar.​ Ik noteer het, voor een latere reis. Op een camping met veel te veel kibbelende Nederlandse kinderen trakteren we onszelf op een warme douche. Met een glas wijn​ zie ik vanaf een Spaanse heuvel de zon ondergaan.​

De volgende dag gaan we plankgas, dat is zo’n 100 kilometer per uur, richting Portugal. De voorspellingen zeggen ons dat het voorbij is met de pret in Noord-Spanje.​ Op Peniche, een schiereiland tussen Lissabon en Porto, hopen we weer golven te vinden. Na het schrijven van deze column zetten we een bak koffie en gaan we weer rijden.​

Dit was mijn laatste verhaal voor Trajectum. Mijn propedeuse journalistiek is inmiddels binnen en ik heb deze meteen maar verzilverd als toegangskaartje tot de Universiteit.​ Ik hoop in september naar Den Haag te verhuizen voor International Studies, dat ik persoonlijk zie als een alternatieve route naar de Journalistiek. Ik ben dankbaar​ voor de kans om te schrijven voor Trajectum. Schrijven om te publiceren, met deadline en al, daar heb ik geweldig veel van geleerd. Het creatieve proces is een fascinerend iets.​ Ik wens de volgende columnist een mooie reis en vele prikkelende woorden toe. ​

Nog niet uitgelezen? Je kunt het boekje kopen met columns over de coronatijd, van Marijke Kolk, Noah Moeys en Xander Zwemstra. Het heet:‘Zwerkbal & ander quarantaineleed – student en docent in tijden van corona’. Te bestellen bij Uitgeverij Blooming.nl