Interview

AI die de juf vervangt? Zo reëel is dat

Beeld: Kees Rutten

Staat er over tien jaar een robot voor de klas? Anouk Mols weet bizar veel van de pabo en kunstmatige intelligentie. Ze deelt haar visie.

Anouk Mols (38) werkte acht jaar als onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en sinds twee jaar aan de HU. Ze is hogeschoolhoofddocent Mediawijsheid en Digitale Geletterdheid en weet veel van digitalisering in het basisonderwijs.

In zekere zin is AI goed nieuws voor het onderwijs, vindt Mols. ‘De administratie op zo’n basisschool is enorm. Denk aan het registreren van cijfers, nakijken van opdrachten, berichtjes van ouders beantwoorden of nieuwsbrieven. AI kan dat sneller maken of zelfs overnemen. Via AI-software kan een docent opdrachten afstemmen op de situatie van de leerling, een verhaal genereren op verschillende taalniveaus of een reeks staartdelingen maken.’

Lesideeën bedenken, kan ook. Zoals spelletjes voor verschillende groepen. Mols: ‘Laat kinderen een gedicht schrijven en AI maakt er een beeld en een liedje bij. Dat kan inspirerend werken en digitale vaardigheden versterken. Bij taal of geschiedenis zie ik veel mogelijkheden. Stel de vraag:“Hoe zag deze school eruit in de middeleeuwen?” AI geeft je het antwoord.’

Toch blijft volgens Mols de kernvraag altijd: voegt het iets toe? Zien we leerresultaat? Of alleen een leerling die een programmaatje doorloopt?

Technologische proefkonijnen

De risico’s ziet ze ook. De afhankelijkheid van Big Tech, om maar iets te noemen. ‘Veel scholen gebruiken Chromebooks of Microsoft-producten, waardoor hun data naar die commerciële partijen gaat. Daarnaast is er de kans op fouten of vooroordelen in de systemen. En de milieubelasting: een vraag aan chat kost 25 keer zoveel energie als een vraag aan Google.’

Maar voor haar onderwijshart is het grootste risico dat kinderen mogelijk te weinig leren. ‘Je ziet ook filmpjes van zo’n Chinese school waarin de kinderen een band om hebben en de leerkracht kan zien of ze echt nadenken. En daarin wordt alles gemeten, doodeng. Kinderen als technologische proefkonijnen.’

De pabo

De leerlingen aan de pabo krijgen les in bewust omgaan met AI: hoe ze betrouwbare bronnen gebruiken, bijvoorbeeld. Mols: ‘Eerst moeten studenten vooral de basis van het vak beheersen. Denk aan orde houden, je rekenles voorbereiden en spelling uitleggen.’

Als ze dat onder de knie hebben, mogen pabostudenten AI gebruiken als inspiratiebron. Mols: ‘Het wordt pas een probleem als ze een hele lessenserie door AI maken zonder erbij na te denken. Dan loop je het risico dat je zelf niet meer weet wat een goede les is, maar de suggesties van chat-gtp klakkeloos overneemt.’

Daarnaast geeft AI vaak alleen losse antwoorden en ontbreekt de de achtergrond. Mols: ‘Vraag bijvoorbeeld naar Anne Frank. Dan krijgt je informatie over wie ze was, maar mis je misschien de hele Tweede Wereldoorlog in dat verhaal. Bovendien leer je niets over hoe verschillende bronnen anders berichten. De Groene Amsterdammer schrijft anders over klimaatopwarming dan de Telegraaf.’ 

Veel verslagen

De vraag is hoe je studenten doortastend maakt. Mols: ‘Studenten moeten bij ons altijd reflecteren op hun lessen. Ook feedback van stagebegeleiders helpt. Zo wordt zichtbaar of ze begrijpen wat ze aan het doen zijn.’

En ja, voor een reflectieverslag kun je ook AI gebruiken. Mols: ‘Maar ze moeten ook niet meteen een heel reflectieverslag aanleveren over een heel jaar. Ze moeten reflecteren op specifieke situaties. Een les die ze een week ervoor gegeven hebben. Of een gymles. Dat maakt het lastiger om AI het werk goed te laten doen’

‘Wees niet angstig’

Staat er over vijf jaar een robot voor de klas? Neen. Mols: ‘Misschien digitale assistenten ter ondersteuning, maar het zal nooit de persoonlijke betrokkenheid van een leraar overnemen. Juist die nabijheid maakt dat kinderen leren. De juf vraagt of Liesje lekker geslapen heeft. De meester zegt dat Mo een mooie tekening heeft gemaakt.’

Het belangrijkste is volgens Mols dat docenten nadenken. ‘Over de waarden die we willen beschermen, voordat technologie ons inhaalt.’ Bang hoeven we niet te zijn, meent ze. ‘Blijf kritisch, maar wees niet angstig.’

Zelf gebruikt ze het graag om een tekst snel samen te vatten, een rollenspelletje voor bijvoorbeeld groep 5 te genereren of een tekst in te korten tot een handleiding. Uiteindelijk blijft de leraar volgens deze deskundige het hart van het onderwijs. ‘Misschien ben ik naïef maar dat zie ik nooit veranderen.’

Mols woont in Leusden met twee jochies van vijf en zeven.