Vorig jaar ging alles goed. Als ik door mijn Instagram-posts scrol zie ik gepubliceerde artikelen, reportages en zelfs een uitgegeven boekje. Hier en daar nog een modellenfoto: het plaatje is compleet. En als ik eraan terugdenk voelt het ook zo, ik heb goede herinneringen aan 2020. Maar de laatste tijd zit dat anders. Het lukt gewoon niet meer.
Al maanden ben ik bezig met een uitgebreid artikel voor een landelijke krant. Mijn pitch werd goedgekeurd en ik ging hard aan de slag. Ik deed het onderzoek, schreef het stuk uit, zette de puntjes op de i en stuurde het uiteindelijk vol spanning in. Toen viel de bom: ‘Het stuk is niet goed,’ aldus de chef. Het was zelfs zo slecht dat ze me afraadde om het te herschrijven. Ik vond dat het beter kon, dat ík beter kon, en dat ik deze kans niet kon laten gaan. Dus ik gooide er nog een vrije zomerse week in de bieb tegenaan. Ik kreeg puisten van de stress en was niet te genieten, maar toen ik de bieb weer uitrolde was ik opgelucht: het resultaat mocht er wat mij betreft zijn. ‘Ik ben benieuwd wat je ervan vindt’ mailde ik optimistisch naar de chef. Maar het mocht niet baten. Afgewezen.
En dat vind ik lullig. Voor mezelf en de verloren dagen, maar nog meer voor de mensen die hun verhaal met me deelden. Het artikel ging over abortus en de interviews waren beslist niet luchtig geweest. Ik heb hun verhaal niet goed genoeg kunnen overbrengen, niet goed genoeg de maatschappelijke relevantie en urgentie eraan op kunnen hangen.
Het is de dagelijkse realiteit voor freelancers om te worden afgewezen. Je moet naar mijn idee vijfdubbel zo hard knokken om een stuk in de krant te krijgen. Mijn huisgenoot werkt in vaste dienst voor een krant en moet wekelijks meerdere artikelen aanleveren. ‘Ik ben echt niet trots op alles wat ik schrijf,’ biecht ze op, ‘maar de krant moet vol.’
Misschien ligt het aan deze donkere novembermaand dat ik het niet los kan laten. Dus heb ik er afgelopen week, toen er een grote anti-abortuscampagne plaatsvond, weer drie interviews met een abortusarts achteraan geknald om het stuk bij te werken en ‘urgent’ te maken. Hup, naar een andere krant gestuurd en hup, weer afgewezen. Volgens mij heeft de redacteur het niet eens gelezen, het onderwerp was al genoeg om haar tot afwijzing te doen besluiten. ‘Hier schrijven onze medewerkers al geregeld over.’
Bij een ander blad waar ik het probeer, krijg ik ondanks een follow-up-mail nog altijd geen antwoord. Niks. En daardoor blijft het verhaal staan in de 1800 woorden tekst op mijn laptop. In plaats van door brievenbussen op duizenden matten in Nederland te vallen.