Interview

Als ik ze help, krijgen ze er lol in

Leendert Jan Wieberdink

In onze serie (on)bekende gezichten aan de HU: Leendert Jan Wieberdink (45), tien jaar werkzaam bij de HU, als informatiespecialist. Hij praat met Trajectum over literatuuronderzoek (nee, niet eng), verlegenheid en zijn grootste geluk.

Wat bracht je naar de HU?
‘Mijn vriend en ik woonden in Nijmegen en hij wilde naar het Westen. Hij is ambitieuzer dan ik en wilde interessanter werk. Ik vond het best, zolang we niet verder gingen dan Utrecht. Amsterdam is me te druk, ik heb graag ruimte om me heen. Ik werkte bij de HAN in Nijmegen en kon hier meteen aan de slag.’

Je bent informatiespecialist. Wat moet je doen?
‘Vroeger heette ik ‘bibliothecaris’. Ik werk voor de bibliotheek en ben verantwoordelijk voor alle boeken, tijdschriften en databanken die het Instituut Verpleegkundige Studies nodig heeft. Dat ben ik ook voor het Institute for Life Sciences and Chemistry. Ik houd de vakliteratuur bij en houd contacten met uitgevers. Ik kom ‘s morgens binnen, zoek een werkplek, lees mijn mail en heb gedurende de dag afspraken met studenten en docenten die mij nodig hebben voor hun onderzoek of scriptie. Vorige week had ik bijvoorbeeld een docent die literatuur nodig had over stagebegeleiding, teneinde haar student beter te kunnen helpen. De HU produceert zelf ook bronnen, waarover ik adviseer: scripties, publicaties, leermethodes, data. Ik vertel over wat je ermee kunt doen en hoe je ermee om kunt gaan.

Studenten help ik met het zoeken naar wat je noemt evidence based practice: een methode die zijn succes al bewezen heeft. Ze willen bijvoorbeeld weten wat ze kunnen doen voor een buikoperatie om te voorkomen dat een patiënt na de operatie een delier krijgt. Dan kijk ik samen met ze in de databank en leg ze uit dat ze het beste Engelse termen kunnen invoeren. Ik geef ook een aantal uur per week les, trouwens, binnen het vak Onderzoekend vermogen.’

Wat vind je het leukste aan je werk?
‘Als ik iemand heb gemotiveerd om door te gaan. Ze komen soms wat moedeloos bij me binnen. Dan zijn ze verbaasd dat ze niets hebben gevonden, maar hebben ze bijvoorbeeld maar twee zoektermen ingevoerd, of de verkeerde. Meestal zien ze ook op tegen literatuuronderzoek, omdat het ze ingewikkeld lijkt, ook vanwege het Engels. Maar als ik ze help, krijgen ze er lol in. Vooral vanaf het derde jaar komen ze erachter dat ze vanwege hun opleiding al aardig wat vakkennis hebben en die in het Engels ook goed begrijpen.’

Wat doe je nog meer?
‘We geven veel uitleg over bronvermelding en auteursrecht. Je mag niet alle informatie gebruiken, docenten zetten soms hele boeken op Canvas. Je mag maar ongeveer twintig pagina’s tonen, anders heb je straks in het slechtste geval een rechtszaak aan je broek. Dat geldt ook voor plaatjes, veel foto’s van Google mag je niet zomaar gebruiken. Je kunt wel plaatjes halen van Flickr of Pixabay, maar dan moet je zoeken op creative commons-licentie, in de geavanceerde zoekfunctie.’

Wat vind je vervelend aan je werk?
‘Ik moet de boer op en dat vind ik lastig want ik ben verlegen. Je probeert, en dat wordt ook wel van ons gevraagd, om collega’s vooraf te informeren in plaats van achteraf problemen op te lossen. Ik stuur niet gemakkelijk een mailtje met de vraag of ik een uurtje zal komen lesgeven. Vorig jaar is er een notitie uitgegaan naar alle medewerkers: “Beste mensen, er wordt gecontroleerd op SharePoint en Canvas door stichting UVO, dus zorg dat jullie info auteursrechtelijk op orde is.” Dan komen collega’s bij me klagen, maar als ik ze een training aanbied, hebben ze vaak geen tijd.’

Hoe ga je om met je verlegenheid?
‘Ik heb meerdere trucs. Elke keer dat ik er tegenop zie om mezelf aan te bieden, denk ik aan de succesvolle keren, toen de mensen tegen me zeiden dat ze blij waren iets geleerd te hebben. Op de middelbare school was ik vaak alleen, ik had moeite om contact te leggen. Verlegen zijn is niet gemakkelijk, maar het heeft als voordeel dat je in een groep misschien meer oog hebt voor je omgeving. Extraverte mensen zijn meer met zichzelf bezig, denk ik, hoewel ze over het algemeen wel meer worden gewaardeerd. Ik kreeg ooit als tip: “Als je een gesprek wilt aanknopen, ga dan op zoek naar de gedeelde ervaring.” Dat gaat bij onze koffieautomaten goed. Je knoopt een gesprek aan door op te merken: “Duurt lang hè?”’

Waar ben je het meest dankbaar voor
‘Veertien jaar geleden leerde ik mijn partner kennen, totaal niet verlegen, maar wel gevoelig voor zijn omgeving. We hebben onze twee dochters geadopteerd uit de VS, 3 en 6 jaar oud. Ze waren twee weken oud toen ze bij ons kwamen. Ik weet dat onze gezinssituatie bijzonder is, twee mannen met kinderen komt niet veel voor, in tegenstelling tot wat je misschien denkt. Ze hebben bovendien een donkere huidskleur en ik ben blij dat je dat in Utrecht wel vaker ziet. Mijn vriend en ik hebben ieder een dag in de week vrij en voor de rest gaan ze naar de opvang. Ik vind het geweldig om te zien hoe ze veranderen, die fysieke en mentale ontwikkeling die ze doormaken. Van alle dingen in mijn leven is mijn gezin verreweg hetgeen waar ik het meest dankbaar voor ben.’