Columns

André Kloos

Voormalig FNV en VARA voorzitter André Kloos woont enige jaren op kamers bij zijn ouders, onze bovenburen. Het is een bovenwoning, die bestaat uit twee verdiepingen en een (meestal zelf gemaakte) zolder. Aan de ene kant, schuin boven ons, woont een familie met drie zoons en een dochter. En aan de andere kant, recht boven ons, meneer en mevrouw Kloot, die vier zoons hebben, van wie André de jongste is.

Ze hebben het geluk om twee keer wat te winnen in de staatsloterij, wat gebruikt wordt om hun zoons te stimuleren een goeie opleiding te volgen. André gaat zelfs studeren en krijgt verkering met Jannie. Ze gaan trouwen, maar kunnen, zoals velen in de jaren vijftig, geen betaalbare huurwoning vinden. Ze trekken in bij pa en ma Kloot, die hen wel kunnen herbergen, omdat de andere zoons het ouderlijk huis al hebben verlaten.

Zo wonen er een Kloos en een Kloot boven ons, want de vier zoons hebben inmiddels hun achternaam laten veranderen. Maar hun vader, toen al gepensioneerd havenarbeider, zegt dan: “Ik ben op de kaai als een Kloot gewaardeerd en zo zal ik ook altijd blijven heten.” Zijn zoons denken er anders over. Zou André Kloot het net zover geschopt hebben als André Kloos?