De tweewekelijkse column van Journalistiek-student Jelle de Ru, over zijn belevenissen in Aarhus – Denemarken. Deze keer: over schone studentenhuizen die nog schoner kunnen.
Als je bij ons een gemiddeld studentenhuis inloopt, kijk je er niet van op dat de vaat er al drie weken staat, de douche een maand niet is schoongemaakt, je blij mag zijn als de wc er een beetje toonbaar uitziet en je mag jezelf gelukkig prijzen als je medebewoners de huistaken uitvoeren. Na een huisfeest plakt de vloer van het bier en vind je na drie weken nog lege bierflesjes achter de bank. Dit hoort allemaal bij de charme van het studentenleven. Heel soms pik je wel eens een verhaal op dat een huis met koorballen een werkster inhuurt om het schoon te maken. Pure decadentie natuurlijk.
Deense studentenhuizen zijn verbazingwekkend schoon. Toen ik mij aanmeldde bij de Deense School voor Journalistiek, vond ik het opmerkelijk dat de internationale coördinator een vertaalde lijst van twee A4’tjes met Deense schoonmaakmiddelen naar mij stuurde. Kennelijk heeft de gemiddelde Deen een lichte vorm van smetvrees. Want dit is niet het enige. Elke week inspecteert de caretaker/huisbaas of het huis netjes wordt onderhouden. Elke dinsdagochtend vroeg komt hij met een checklist en loopt punt voor punt het huis na of alles wel tip-top in orde is.
Eens per maand ben je de sjaak. Dan moet je schoonmaken. Ben je vergeten de keukenkastjes even af te nemen met een nat doekje? heb je de vloer niet gedweild? Kun je niet eten van het tafeloppervlak? Dat is dan jammer, want wie niet luisteren wil, moet voelen…. in de portemonnee. Tafels niet afnemen: €5. Vuilnis niet buitengezet: €10. Vloer niet gezogen: €15. Niet schoongemaakt: €75. Voor dat geld staat de volgende dag een professionele schoonmaakploeg voor de deur.
Behalve dat het huis wekelijks schoon wordt gemaakt, is er ook een jaarlijkse schoonmaak. Een superschoon huis, kan nog schoner. Hiervoor komt de huisbaas drie keer controleren of elk spinnenweb is weggehaald of er geen stof meer te vinden is achter de plinten en ín de stopcontacten (ik overdrijf niet).
Tijdens de grote schoonmaak afgelopen weekend lag ik brak, ziek en misselijk in bed. Ik was een van de weinigen die niet heeft geholpen. Heel erg schuldig voelde ik mij toen ik mijn andere elf huisgenoten zes uur lang hoorde boenen in dat toch al schone huis. Toen ik twee dagen later in de schone keuken mijn afwas op zijn Nederlands, studentikoos had gedaan, lag de volgende ochtend wakker met een boze brief voor mijn kamerdeur. Mijn eerste schoonmaakdreigbrief ooit. ‘Als je niet meehelpt, lappen wij je erbij en mag jij alle schoonmaakkosten betalen!’
Toen realiseerde ik mij: Denen hebben geen smetvrees, Nederlandse studentenhuizen zijn gewoon vies.