Chris van der Heijden is historicus en schrijver, hij doceert aan de School voor Journalistiek. Maandelijks schrijft hij een column voor Trajectum. (Deze column verscheen eerder in Trajectum 9, mei 2015.)
Je ziet het gebeuren, zogezegd ‘voor je ogen’: het ontstaan van een ander onderwijsconcept. Je voelt het ook, als docent wel te verstaan: dat het huidige concept tot op de draad versleten is. Studenten zijn het zat. Docenten brengen het enthousiasme niet meer op. Het is voortsukkelen, voor iedereen.
Over de redenen van de versukkeling wil ik het hier niet hebben. Gebrek aan ruimte. Ook de schuldvraag laat ik maar achterwege. Laat ik het hebben over de toekomst. Hoe komen we eruit, hoe moet het verder? Volgens mij bestaat over het juiste antwoord geen twijfel. Het kent precies drie woorden: achter de klas. Zo lang ons onderwijssysteem bestaat, heeft de leraar voor de klas gestaan. Die tijd is voorbij. Hij hoort voortaan aan de andere kant.
Voor deze ingrijpende verandering is een groot aantal redenen. De belangrijkste is variëteit en individualisering – wat in dit geval ongeveer op hetzelfde neerkomt. Terwijl de wereld met de dag groter wordt, wordt hij ook met de dag kleiner. Alleen mensen die echt gespecialiseerd zijn, hebben toekomst. Maar voor zoveel specialismen bestaan geen opleidingen. Dat is maatwerk. Dergelijk maatwerk moet men, lees de studenten, grotendeels zelf verzorgen. De docent kan daarbij alleen maar helpen. Vandaar dat de leerling de leraar niet meer moet volgen, nee, het moet andersom. De leraar moet de leerling helpen leren wat hij of zij wil leren – en niet wat de leraar vindt dat hij of zij moet leren.
De gevolgen hiervan zijn enorm: voor het onderwijssysteem, voor de docenten, voor de leerlingen. In het onderwijssysteem kunnen we een eind maken aan de wildgroei aan opleidingen. Het zijn er toch nooit genoeg. Daarom liever zo weinig mogelijk instroommogelijkheden. Het verhoogt de kans op zoveel mogelijk uitstroommogelijkheden.
Voor de docent betekent deze koerswijziging het definitieve einde van zijn machtspositie. Het enige dat hem nog overeind kan houden, is gezag. Maar dat moet hij verdienen. Als vakman. Als docent. Als begeleider. Als mens, zogezegd. Ook voor de studenten, tot slot, is de verandering groot. Beetje slabakken, erdoor rommelen, meesurfen op het collectief, het is allemaal verleden tijd. Je doet het of je doet het niet. Je wilt het of niet. En als je het niet doet of niet wilt, kan je beter je biezen pakken. Je komt namelijk geen stap verder.