Columns

Anoniem

Afgelopen week speelde op internet en in enkele media een akkefietje rond het afstuderen op de School voor Journalistiek. Een aantal studenten had geklaagd en Dichtbij.nl had over die klachten een artikel geschreven.

Over die klacht wil ik het nu niet hebben – al vind ik dat de studenten de vinger op een wond leggen. Nee, hier wil ik het hebben over één minuscuul zinnetje dat tussen komma’s aan het begin van dat artikel staat: ‘Verschillende studenten, die liever anoniem blijven, doen hun beklag bij Dichtbij.’

Die liever anoniem willen blijven. Dat vind ik ernstig, ernstiger misschien nog wel dan de klacht zelf.

Nederland is een open samenleving. Althans, pretendeert dat te zijn. Een hogeschool of universiteit behoort van die openheid het summum te bieden. Dat is een van de belangrijkste redenen dat we mensen hoog opleiden. Dat ze geloven in debat. Dat ze weten dat het argumenten zijn die tellen en dat van die argumenten de beste winnen. Open kaart, open vizier.

In dit spel hebben studenten evenveel rechten als docenten of bestuurders. Argumenten zijn onafhankelijk van positie of macht. Althans, zo zou het moeten zijn. Wie anders denkt, staat buitenspel.

Helaas is het zo niet. Dat is de reden van het Amsterdamse conflict. Dat is ook de reden dat onze studenten hun naam liever niet noemen. Ze zijn bang voor repercussies.

Ik hoor het zo vaak. Klachten over docenten, examencommissie, coördinatoren. Mijn commentaar is steevast hetzelfde: ga naar de persoon in kwestie toe en zeg het. Maar de reactie van de studenten is ook steevast dezelfde. ‘Dan ben ik de pineut.’ Ik spreek dat tegen, ik heb mijn collega’s te hoog zitten, ik geloof te sterk in argumenten en in ieder geval weiger ik een dergelijke troebelheid van argumenten, macht, angst en gefluister te aanvaarden. Tegelijkertijd kan ik niet ontkennen dat studenten diezelfde troebelheid als hun alledaagse werkelijkheid zien. Vandaar dat zinnetje in Dichtbij. Vreselijk.

In het oude Griekenland hadden ze voor dit soort gevallen een oplossing – de Amerikaanse rechtspraak is daarop gebaseerd: een volksvergadering en een onafhankelijk jury die een oordeel velt. Misschien is het tijd om deze goede gewoonte nieuw leven in te blazen.