Journalistiekstudenten Robert Smid en Christel van der Meer mogen naar het filmfestival van Qatar om daar hun documentaire te tonen. Voor Trajectum bloggen zij over hun belevenissen.
Aljazeera is in de afgelopen jaren uit zijn voegen gebarsten en uitgegroeid tot een van de grootste nieuwszenders van de wereld. Geld speelt geen rol. Dat was donderdagavond te merken bij de opening van het festival. De zaal, gevuld met – pak 'm beet – vijftienhonderd man, werd warm gemaakt voor vier mooie dagen in het Sheraton. Aljazeera-eigenaar ('his excellency') sjeik Hamad Bin Thamer Al Thani wenste ons allemaal veel geluk, één van de vele kanalen van Aljazeera pakte uit met een live-uitzending en we werden getrakteerd op een openingsfilm uit China. Nou ja, getrakteerd.
We keken naar een aftandse soap van een minuut of 25 over een doofstomme Chinees en zijn jeugdliefde. Compleet in scène gezet. Verschrikkelijk geacteerd, het geluid was niet al te best, de shots waren 'apart'… En dit was de openingsfilm? Zoals een andere documentairemaker het omschreef na afloop: 'This was a big fuck you to documentary'.
Wij vermoeden dat de reden op politiek vlak ligt. Er worden opvallend veel Chinese documentaires vertoond op het festival; er is zelfs een speciale Chinese dag georganiseerd. Wil Aljazeera misschien iets met de Chinese markt doen?
Eerder op die dag werd onze documentaire al vertoond. We hadden van documentairemaaksters Ilse en Femke van Velzen, die bij een eerdere editie al eens hebben gewonnen, al vernomen dat we niet hoefden te rekenen op een mooie vertoning van onze documentaire. De beleving is in Qatar zo anders. Ze kregen gelijk. Direct na de documentaire 'Someone Beiruti' werd onze film ingestart. Mensen liepen heen en weer, praatten met elkaar tijdens de screening. Er werd nog net niet gebeld in de zaal.
Maar ach, wat maakt het uit?