Columns

Bureaucratie

Zeven jaar geleden hield Jan Bogerd toespraken op de open dagen van de FEM. Hij vertelde over de onzekerheid binnen de opleidingen, die inhoudelijk gelijke tred probeerden te houden met het bedrijfsleven. Eigenlijk bedoelde hij dat de HU, net als de andere hogescholen, achter het bedrijfsleven aanhobbelde. Dat is zeker het geval nu er meer tijd aan onderwijsbeleid wordt besteed dan aan het onderwijs zelf. Hij gaf ook al aan dat veel studenten eigenlijk opgeleid worden voor een baan die op dat moment nog niet bestond.

Bogerd gaf leuke voorbeelden uit een Engels Youtube-filmpje, waarin gezegd werd dat de Engelse taal nu 540.000 woorden bevat, vijf keer zoveel als in de tijd van Shakespeare. Ook werd gezegd dat The Times in een week net zo veel informatie produceerde als iemand in de 18e eeuw in z’n hele leven over zich uitgestort kreeg. En dat een afgestudeerde student op zijn achtendertigste misschien al aan zijn twaalfde baan is begonnen.

Allemaal onzekerheden, terwijl we meer zekerheden willen. Daarom worden SMART-doelstellingen omschreven, krijgen we meer toetsen, meer controle en meer managers. Teamleiders moeten geassisteerd worden door programmaleiders en jaarcoördinatoren. Tijd voor lesgeven is er meestal niet bij. Als er bezuinigd wordt, is het echter op mensen, niet op de bureaucratie.