Columns

Dat is toch geen onderzoek?

Reint Jan Renes is lector Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein en blogt op deze plek regelmatig over zijn vakgebied.

Een paar weken terug organiseerden de Associatie van Sociaal-Psychologische Onderzoekers (ASPO) en het Rathenau Instituut bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in Den Haag een middag over valorisatie in de wetenschap. Een bijeenkomst waar onderzoekers met elkaar over de maatschappelijke waarde van de sociale psychologie discussieerden.

Klinkt saai en dat is het eigenlijk ook. Toch vond ik het best spannend. Dat had vooral te maken met twee meningen die hardop door twee verschillende hoogleraren werden uitgesproken:

(1) ‘Ik heb nog nooit de praktijk een voor mijn onderzoek relevante vraag horen stellen’

(2) ‘Maar Reint Jan, dat is toch geen onderzoek?’

De eerste mening werd uitgesproken door een hoogleraar tijdens een discussie over de waarde van toegepast onderzoek. De man betoogde dat de praktijk vaak vragen stelt die door zijn wetenschap al lang zijn uitgezocht en beantwoord.
De tweede mening werd door een zeer gewaardeerde collega uitgeroepen toen ik plenair mijn onderzoeksvisie presenteerde. Beide hoogleraren zijn vooral beroemd vanwege sociaalpsychologische experimenten in sterk gecontroleerde settings met studenten als proefpersonen. Onderzoeken waarbij de werkelijkheid wordt geïsoleerd van de realiteit en teruggebracht tot een hanteerbaar aantal variabelen. Een werkelijkheid die zich vooral laat verklaren aan de hand van significante effecten.

Zuivere, fundamentele wetenschap met goed onderbouwde, heldere resultaten.

Mijn onderzoek daarentegen kenmerkt zich vooral door morsigheid, vage relaties en veel onzekerheden. Onderzoek dat voortkomt uit – vaak  onduidelijk geformuleerde – dagelijkse problemen. Onderzoek dat wordt uitgevoerd – samen met de praktijk – in de weerbarstige werkelijkheid. Regelmatig bekruipt mij het gevoel dat ik maar een beetje aanrommel. Bijna dagelijks pas ik mijn studies aan, herformuleer ik mijn plannen en worstel ik – zo verantwoord mogelijk – met de werkelijkheid.

Wat mij tijdens deze worsteling overeind houdt en hoop geeft, is het gevoel dat ik daadwerkelijk meer grip krijg op de dagelijkse realiteit. Wat vaak frustreert: ieder antwoord levert steevast nog meer vragen op.

Wat ik mij de afgelopen jaren tijdens mijn queeste vooral heb gerealiseerd: 

(1) De praktijk is te complex voor een door h-indexen gedreven wetenschap die de realiteit isoleert en terug wil brengen tot significante resultaten.

(2) Wanneer het voor de wetenschap is ‘uitgezocht’, begint het voor de praktijk pas.

(3) Wat ik doe, is onderzoek.