Weg met die oude tijdschriften en knipsels. In de bijlage van Adformatie van 16 mei 1985 zegt hoogleraar commerciële beleidsvorming ‘We begrijpen nog steeds niet precies waarom reclame werkt’. Zelfs met alle hersenscans zijn we na bijna dertig jaar niet veel verder gekomen.
In 1985 werkte ik bij JWT, die voor Calvé pindakaas de nog steeds geroemde commercial maakte van Petje Pitamientje die met een kinderlijk stemmetje zegt: Ik vind het gewoon lekker, stom hè?
De Bijenkorf ontving dat jaar een Effie voor z’n campagne voor de Drie Dwaze Dagen, die in de vijf warenhuizen 600.000 bezoekers trokken. Een andere bekroning was voor vruchtensap Djoez die op Prinsjesdag adverteerde met een foto van een tafeltje met daarop twee glazen Djoez naast de lege zetel waarop de koningin de troonrede ging voorlezen. En als kopregel: Zullen we eerst maar een Djoez nemen? Later gekopieerd door Bavaria, maar dan achteraf: Zo, nu eerst een Bavaria!
Plus echte vergelijkende reclame. CocaCola met een advertentie: Verschil moet er zijn en Pepsi-Cola daarop reagerend: Inderdaad, verschil moet er zijn. In die advertentie staat dat 56% van de deelnemers aan smaakproeven de voorkeur geeft aan Pepsi.
Er staat ook een antirookcampagne in deze bijlage. En ik heb nog zoveel stapels.
