Afgelopen week was ik bij een presentatie van een lector van de Hogeschool van Amsterdam over Internationalisering. Ook daar gaat het niet van een leien dakje. Je moet docenten mee hebben, die voldoende Engels spreken, en de studenten mee krijgen, die een tijdje in het buitenland willen studeren. De Hogeschool van Den Haag streeft ernaar om elk jaar twee afstudeerrichtingen Engelstalig te maken, of tenminste het laatste jaar.
Even een paar data opgedoken. De FEM heeft 12 partner universiteiten in Frankrijk met maar liefst 78 plaatsen voor studentenuitwisseling t.o.v. slechts 4 partner universiteiten in Duitsland met 20 plekken voor studenten. In Der Spiegel van week 47 staat een uitgebreid onderzoek van de Bertelsmann Stiftung over het hoger onderwijs in Duitsland. Toevallig is partner Hogeschool Coburg de beste beroepshogeschool van de kleine tot middelgrote plaatsen. Onze andere drie hogescholen scoren zwak. Kunnen de faculteitsdirecteuren elkaar een hand geven. De goede hogescholen en universiteiten zitten in het zuiden van Duitsland, in de deelstaten Bayern en Baden-Würtenberg, waar de FEM geen, maar de FMR en de FCJ wel banden mee hebben.
Het College van Bestuur streeft ernaar dat alle studenten van alle opleidingen een tijd in het buitenland verblijven als onderdeel van hun studie. Het komende jaar zou dat dertig procent moeten zijn. Maar krijgen de faculteiten ook voldoende financiële middelen om dat doel te bereiken?