Ik lees vandaag eerst een interview met socioloog Ruud Koopmans in Het Parool (27.03) en dan een met psycholoog Michael Shermer in de Volkskrant (28.03). Koopmans deed onderzoek onder negenduizend moslims in zes Europese landen en concludeert dat fundamentalisme met zo'n 45% wel mainstream en veel meer verbreid is dan werd aangenomen. En uit een onderzoek dat hij deed voor Opzij kwam naar voren dat vrouwen met hoofddoeken en hun echtgenoten vaker fundamentalistisch zijn dan moslima's zonder hoofddoek.
Ondanks dat Shermer morele vooruitgang constateert in de wereld, "we worden steeds aardiger voor elkaar", maakt hij zich grote zorgen over de geringe weerstand van politici en de media tegen IS. De belangrijkste oorzaak van het ontstaan van extremisme is niet armoede of werkeloosheid, maar religie. En bij IS is dat de islam. "Ze geloven in een oppermachtige god die beslist wat goed en slecht is en die via de Koran antwoord geeft op alle vragen."
"Daar kun je dus niet mee in discussie gaan. Dat is gevaarlijk." Zo'n patstelling kom je ook wel eens tegen bij collega's, vervelend. Maar elke hogeschool heeft daar bemiddelaars voor. Het zijn gelukkig uitzonderingen. Je kan vertrekken als je 't er niet mee eens bent, wat je bij IS echter letterlijk je kop kan kosten.