Columns

Ken ik jou niet ergens van?

Derdejaars journalistiek studente Julie Brummel blogt drie maanden lang vanaf haar stageplek De Amersfoortse Courant. Vanaf deze week hoort ze bij de incrowd van het Amersfoortse spel tussen politiek en journaille.

Op dinsdag is het feest. Normaal gesproken omdat ik dan met mijn jaarclub eet en een heel gezellige avond heb. Voor journalistiek Amersfoort omdat de Raad vergadert. Ik ken de verhalen over het Binnenhof. De onderonsjes in de gangen na een Tweede Kamerdebat en het mysterieuze ‘je hebt het niet van mij’. Zo gaat het in Den Haag, dacht ik. In een middelgrote stad gaat het toch allemaal eerlijk en gezellig?
 
Ik heb me de hele avond verbaasd over hoe interessant je toch bent als journalist. Iedereen die strijdt voor een zaak, heeft jou nodig. En de pers heeft natuurlijk een eigen tafeltje in de raadszaal, dus dat betekent veel gehobbel van raadsleden en burgers. Het ‘ons kent ons’-gehalte is extreem hoog in het Amersfoortse gemeentehuis. Dat merkte ik de volgende dag. Voor een vrij nietszeggend fototekstje ging ik even langs bij een wethouder die honing uitdeelde om aandacht te vragen voor de bijen in Nederland. Daar schijnt het niet zo goed mee te gaan. Heel vervelend. Ik keek van een afstandje naar twee schattige meisjes die de wethouder en imker hielpen de honing uit de bijenkast te halen en in potjes te krijgen, en ik stond  me eigenlijk af te vragen of ik al bijna weg kon, want de toespraak van de wethouder voegde niets toe aan het persbericht dat ik al had gelezen. Ik werd aangestoten door een grote man die me vaag bekend voor kwam. Ik kon hem niet plaatsen tot hij zei: 'Dat zijn lange dagen die jij maakt.' Een van de raadsleden van PvdA. 
 
Ik stond versteld. En dit is geen valse bescheidenheid, maar ik ben bij één vergadering geweest en heb alleen maar gezeten. Goed voor je ego en een eye-opener voor mij. Als journalist, zelfs als stagiair, hebben de bestuurders je nodig. Fijne gedachte, als ik weer eens een vervelende persvoorlichter aan de lijn heb.