Chris van der Heijden is historicus en schrijver, hij doceert aan de School voor Journalistiek. Maandelijks schrijft hij een column voor Trajectum. Deze column verscheen eerder in de fotospecial, Trajectum 10, juni 2015.
Eergisteren, toen ik nog studeerde, was mijn wereld er een van woorden. Louter woorden. De boeken die ik las, bestonden uit pagina’s vol onophoudelijke lettercombinaties. Ook mijn hoofd zat vol woorden. Grote woorden. Abstracte woorden. Tegenwoordig zou ik zeggen: ongrijpbare woorden. Maar dat voelde niet zo. De betekenis van mijn woorden was glashelder. Maatschappij. Bewustzijnsindustrie. Sociale klasse. Liefde. Je hoefde het maar te noemen en ik ‘zag’ het, voelde het, wist het. Wat een mens met ruim twee dozijn letters al niet kon doen. Volledige werelden werden daaruit geschapen.
Ook in de wereld van mijn werk maakten woorden de dienst uit. Als je een artikel schreef, leverde je alleen tekst in. Iemand van de beeldredactie zocht daar vervolgens een plaatje bij. Dat plaatje was een extraatje, gewoon omdat de pagina er anders te saai uitzag. In zoverre was er sinds plaatjes hun intrede deden in de gedrukte media, midden negentiende eeuw, niet veel veranderd.
Maar in de afgelopen, zeg, twintig jaar is het snel gegaan en heeft de cultuur van het woord in razend tempo plaatsgemaakt voor een cultuur van het beeld. Plaatjes, plaatjes, plaatjes, alles is plaatjes. Het is nog niet zover dat de verhoudingen omgedraaid zijn – dat een beeldredacteur plaatjes instuurt waar een woordredacteur vervolgens wat bij brabbelt -, maar veel scheelt het niet. Zelfs sjieke kranten als NRC Handelsblad worden steeds meer door beeld beheerst. Tv is beeld. Internet, zeker bekeken op mobiele apparaatjes, is overwegend beeld. Zelfs de radio kan niet meer zonder: velen ‘kijken radio’, via de webcam.
Waar dit op wijst? De klassieke gymnasiumcultuur waarin ook ik ben opgevoed, heeft zijn tijd gehad. Die cultuur was van het oude Europa, van wijsgeren, klassieken en Gods woord. We leven tegenwoordig in een andere cultuur: Amerikaans of internationaal, een cultuur van celebrities, hype, mode en digitale bestanden. Dat is een re-volutie, letterlijk: een beweging terug. Want beelden zijn ouder dan woorden. Beelden lijken ook eenvoudiger. Ze zijn internationaler. Sneller. Modern! Onze cultuur is een beeldcultuur. Dat is een feit. Nu nog leren daarmee om te gaan. Laten we maar ’s beginnen met kijkles op de lagere school.