In een serie didactische lessen geeft trainer en adviseur Alard Joosten tips aan docenten in het hbo over lesgeven en begeleiden. Les 11: duidelijk instrueren.
Studenten worden vaak aan het werk gezet met opdrachten. Dit betekent dat docenten zinvolle opdrachten moeten ontwerpen, maar dat zij deze ook duidelijk instrueren. Dat laatste kan vaak beter. Docenten geven bijvoorbeeld niet aan hoeveel tijd studenten voor een opdracht hebben, zodat studenten er hun gemak van nemen. Of docenten zijn niet helder over wat er met het resultaat van de opdracht gaat gebeuren, zodat studenten de opdracht minder serieus nemen en zich minimaal inspannen.
Hoe geef je als docent een heldere instructie? Gebruik het ARTHO-principe!
ARTHO staat voor de volgende vijf elementen:
A staat voor Activiteit. Wat moeten de studenten gaan doen? (‘Ik wil dat jullie de twee uitgedeelde teksten met je buurman of buurvrouw analyseren op plus- en minpunten’).
R staat voor Resultaat. Wat is het concrete resultaat van de opdracht? (‘Per tekst hebben jullie een lijstje op papier van minimaal drie plus- en drie minpunten’).
T staat voor Tijd. Hoeveel tijd hebben de studenten voor de opdracht? (‘Jullie hebben daarvoor 10 minuten’).
H staat voor Hulp. Welke hulpbronnen kunnen de studenten raadplegen? (‘Jullie kunnen daarvoor het internet raadplegen en ik loop rond om jullie te helpen’).
O staat voor Opbrengst. Wat gaan we doen met de resultaten van de opdracht in het vervolg van de les? (‘Jullie presenteren straks aan de groep jullie lijstje met plus- of minpunten van een van de teksten die ik kies’).
Juist dit laatste element is essentieel en wordt vaak vergeten. Zodra studenten weten dat er na afloop van de opdracht iets van hen gevraagd wordt, helpt dit om hen aan het werk te krijgen. Immers, geen enkele student wil voor de docent of voor zijn medestudenten met lege handen staan en nee verkopen.
Tot slot is het dan nog belangrijk dat je als docent checkt of de studenten de opdracht begrepen hebben (‘welke vragen zijn er nog over de opdracht?’).
De volgorde van de elementen maakt niet uit, als je als docent maar alle elementen noemt.
Nog een tip: Gaan de studenten werken in duo’s of groepen? Noem dat dan als laatste element. Studenten ontgaat na deze mededeling vaak het vervolg van de instructie, omdat ze vanaf dat moment vooral bezig zijn met wie ze de opdracht moeten of willen doen.
Werken met het ARTHO-principe betekent: helder instrueren, zodat studenten weten wat ze moeten doen en dat vervolgens ook werkelijk gaan doen!
Leestip:
- Slooter, M. (2009). Coachen op contact. De basis in het primaire proces. Hoofdstuk 4: De didacticus: instructie geven. Amersfoort: CPS.
Alard Joosten werkte als docent en trainer voor verschillende hogeronderwijsinstellingen. Heeft 15 jaar gewerkt bij de HU als docent, opleidingsmanager en kwaliteitszorgmedewerker. Adviseert en traint sinds 2014 met ALtraining en advies opleidingen bij professionaliseringskwesties, met de nadruk op didactiek en audits.