Columns

Máxima

Derdejaars journalistiek studente Julie Brummel blogt drie maanden lang vanaf haar stageplek De Amersfoortse Courant. Deze week zit ze als verslaggever voor het eerst tegenover koninklijk bezoek.

Het is gebeurd. Het hoogtepunt qua ‘BN-ers ontmoeten’ in mijn leven als journalist is al na een maand stage bereikt. Ik heb prinses Máxima gezien!
 
Ik ben een echte Nederlander; nuchter, in zaken als deze. Ik zal nooit naar een celebrity toe gaan voor een foto of handtekening. Ik zal het nooit uitschreeuwen als ik een soapie tegenkom en ik krijg het niet warm van een ster in de buurt. 
 
Toch betrapte ik mijzelf op een lichte kriebel in de buik toen een aantal beveiligers met oortjes en zwarte pakken, drie motoragenten en drie zwarte Audi’s de bocht om kwamen. Het eerste AA-nummerbord dat ik ooit zag, is een feit. 
 
Máxima kwam een pensioenmarkt bezoeken. Geen glamour. Grijs kantoorgebouw op een lelijk industrieterrein: geen glamour. Ik had mij het leven van een prinses toch iets spannender voorgesteld. Het handjevol fans en de batterij fotografen (meer dan ik ooit bij elkaar had gezien, dat dan weer wel) maakten het toch iets interessanter.
 
Die fans… die waren een verhaal apart. Op het eerste gezicht zien ze er redelijk normaal uit. Er was er maar eentje met een oranje hoed op. Maar als je je bedenkt dat ze twee uur in de kou staan voor een glimp van een vrouw die uit een auto stapt, dan twijfel je daar toch weer aan. 
 
Tijdens een gesprek tussen de prinses en mensen van een microfinancieringsorganisatie, waar ik als verslaggever bij mocht zitten, snapte ik ze iets beter. Máxima is een toffe vrouw. En ze zou ook een prima journalist zijn. Met gepaste knikjes en ‘hmhm, ja’ op zijn tijd, weet ze een gesprek gaande te houden. Ze lijkt oprecht geïnteresseerd in mensen die, naar mijn mening, toch weinig boeiends te zeggen hadden.  
 
Máxima heeft er sinds deze week weer een fan bij. Al ga ik niet vragen of ik met haar op de foto mag. Dat nooit.