Gisteren was een nationale dag van rouw. De afgelopen dagen staan de media bol met teksten en foto’s van en over de ramp van het ongelukkige vliegtuig en inzittenden van Malaysian Airlines vlucht MH 17. Nederland is een klein land en als je gelooft in de 7 handshake theory ken je altijd wel iemand die er iets mee te maken heeft. Bij mij gaat het om twee gezinnen.
Op een verjaardagsfeestje sprak ik onlangs een jonge vrouw, die jarenlang bij War Child had gewerkt en nog niet zo lang geleden naar het Aids Fonds was overgestapt. Ik hoorde dat haar baas met gezin was omgekomen.
Dichterbij, letterlijk en figuurlijk, een net gescheiden vrouw die met haar drie dochters, lekker op vakantie wilde na een vervelende periode. De tuinen van haar ouders grenzen bijna aan die van ons en de zus van de omgekomen vrouw zat bij mijn dochter in de klas op het lyceum.
Het medeleven van de Nederlanders gisteren vond ik overweldigend. Dat zal de nabestaanden enigszins verlichting geven. Ik begrijp echter niet waarom er geklapt moest worden als de lijkauto’s voorbijkwamen. Je weet niet wie erin ligt. Misschien toch om hen, ongeacht geleverde prestaties tijdens hun soms korte leven, te bedanken.