Columns

Onderwijsvernieuwing is cultuuromscholing

Twee keer per jaar komt er een blaadje met zo’n dertig kleuren velletjes uit van Oud Goud, de personeelsvereniging van oud-medewerkers van de Hogeschool Utrecht. Per jaar worden verschillende excursies georganiseerd: een tocht door de Biesbosch, een bezoek aan het Jheronimus Bosch Art Center in Den Bosch zijn daar voorbeelden van. In het nummer dat net verscheen staat een kolommetje van Gezinus Wolters over cultuurverschillen.

Hij vertelt dat hij een voetbalwedstrijd had bijgewoond tussen twee teams uit verschillende indianendorpen in Frans Guyana. Het ging er stevig aan toe, maar totaal geen gekanker op tegenspelers of op de scheidsrechter. Alles werd keurig geaccepteerd. Gezinus noemt dit een cultuurverschil met de rest van de FIFA-gemeenschap.

Interessant is zijn vergelijking tussen de onderwijscultuur en de cultuur bij zelfstandig adviseurs. Vaak is een docent in het beroepsonderwijs ook adviseur, die dan met één been in de praktijk staat. Volgens Gezinus moet een adviseur luisteren, de wensen van de klant in kaart brengen, problemen analyseren, reactief en dienstbaar handelen. Maar de docent wil performen, hij wil meteen al competenties overbrengen aan studenten. Hij is een kennisoverdrager en uitlegger. Hoe breng je die twee culturen bij elkaar? Onderwijsvernieuwing is in de ogen van Gezinus Wolters daarom eigenlijk een cultuuromscholing.