Columns

Pratende of stille leiders

Dit is een blog van een bewerkt fragment uit het boek De kracht van introvert zijn in een wereld die niet ophoudt met kletsen van Susan Cain (uitgeverij Arbeiderspers) dat in een NRC-bijlage van afgelopen zaterdag stond. Zij bespreekt de HBS (Harvard Business School)-methode, die berust op het principe dat leiders hun stem moeten verheffen. Praters komen namelijk intelligenter over dan stille types. Daarom zien we praters ook als leiders. En als je wat sneller spreekt dan je traag formulerende collega, word je capabeler geacht.

Studenten die het vaakst het woord voerden in een onderzoek, kregen de hoogste beoordelingen, ook al waren hun suggesties niet beter dan die van de stille studenten. Naar onzin uitkramende beroemdheden, televisiepersoonlijkheden, onderwijsvisionairs, wordt goed geluisterd, als zij volgens de HBS-standaard maar zelfverzekerdheid uitstralen, want dat blijkt een belangrijke eigenschap voor leidinggevenden. Uit een onderzoek van de Berkley universiteit bleek dat zogenaamde tv-deskundigen met zelfverzekerd orakelen slechtere voorspellingen deden dan zuivere willekeur.

Bestuurskundige Jim Collins concludeerde uit een onderzoek bij elf excellente bedrijven dat ook de stillere types uitstekende leiders kunnen zijn. Ze zijn rustig, nederig, bescheiden, gereserveerd, verlegen, hoffelijk, vriendelijk, zichzelf wegcijferend. Volgens Collins hebben we leiders nodig die niet aan hun eigen ego bouwen, maar aan de organisatie die ze besturen.