Columns

Transnistrië: Het land dat niet bestaat

Na een klein uurtje rijden staan er een paar Russische militairen langs de
weg. Ze lopen in camouflage pakken rond, hebben een mitrailleur om de
schouder en voor de zekerheid hebben ze prikkeldraad rondom hun post
geplaatst. "We zijn bijna bij de grens met Transnistrië," zegt Gheorge.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie begonnen separatisten
een oorlog tegen Moldavië, waartoe het stuk land officieel toe behoort.
Sinds het staakt-het-vuren in 1992 is Transnistrië een eigen land, met een
eigen grensbewaking, geld en regels. Alleen wordt het onafhankelijk landje door
niemand erkend.

Voordat we de grens over mogen, moet er in
tweevoud een formulier worden ingevuld. En dat mag niet met een groene
pen, blijkt als ik hem afgeef. Dus nog maar een keer, met de zwarte pen
van iemand anders. Nadat de gegevens in de computer zijn gezet, mogen we
voor exact 9 uur in de communistische heilstaat zijn.

Op een
groot bord langs de weg wordt Transnistrië geprezen met een hamer en
een sikkel. In de berm bloeien rode klaprozen, een aantal oude vrouwen
haalt het onkruid weg. Verderop is een straatveger, druk heeft hij het
niet. Nergens op straat ligt vuil.

Voor het parlement van
Transnistrië, dat daar nog gewoon Sovjet heet, staat Lenin vol trots op zijn
sokkel. Iets verderop worden de helden herdacht van de onafhankelijkheidsoorlog. In de
schaduw van een tank brand de eeuwige vlam in een communistische ster.

Als
je verder de 25 Oktober Straat, de dag dat de Oktoberrevolutie in 1917
plaats vond, kom je nog een paar opvallende dingen tegen. Zo zijn er de
portretten van Putin, Medvedev en Che Guevara die aan de gevel van de
jeugdorganisatie pronken. Tegenover het stadhuis hangt een immense
poster van Putin, die waar je ook staat, je aankijkt.

Een blok
verderop: De president van Transnistrië die de hand schud met de
Russische premier Medvedev. Een slogan op een banner herinnert de
voorbijgangers nog maar eens hoe veel hun land te danken heeft aan
Rusland.

Na een goede zeven uur rondlopen in oude Sovjet sferen
houden Gheorge en ik het voor gezien. We willen er zeker van zijn dat
we voor acht uur de grens over zijn, anders zouden we wel eens in de
problemen kunnen komen. "Bizar toch," zegt Gheorge. "Ik kan niet eens
vrij door mijn eigen land reizen."

Bij de grens toont de
nep-staat weer haar macht. "Out," zegt de douanebeambte. "Take your bag
and go to office." Hij duwt mijn paspoort terug in mijn hand en wijst
naar een klein kantoortje. Daar zit een andere beambte zich te
vervelen. Ik geef hem mijn paspoort en hij legt hem op de scanner. Hij
klikt twee keer onwennig op de muis druk een keer op F1 en vervolgens
op F12. Er gebeurt niets. Hij wacht even en geeft mijn paspoort terug.
"Go."