Columns

Verderfelijke types

 – Column van Niels Peuchen, nu ook online, oorspronkelijk verschenen in magazine 2, 2013-2014

Bestuursleden van studieverenigingen voelen zich beter dan andere studenten en besteden te weinig tijd aan hun studie. Is dat een vooroordeel? Ja. Zit er een kern van waarheid in? Dat ook.

Al bij de intro word je al geconfronteerd met het fenomeen studievereniging. Daarna zie je op de faculteit wat posters van Paramedus,UTV, Codex of MAD. Voor de duidelijkheid: studieverenigingen zijn geen studentenverenigingen. Studieverenigingen horen bij één of meerdere studies en proberen deze net iets interessanter te maken.

Het zijn leuke clubjes. Studieverenigingen organiseren de feestjes waar je achteloos met een klasgenoot zoent. Bij de borrels hoor je pas echt de waarheid over de duistere zaakjes op school. En van sommige activiteiten leer je meer dan van bepaalde vakken. Studieverenigingen kunnen heel nuttig zijn voor je netwerk en je vakkennis.

Het zijn de mensen die alles regelen die verderfelijk zijn. Het bestuur bestaat uit studenten die elke dag afsluiten met een paar biertjes, in hun eigen café of soos. De commissies kiezen bij sollicitaties vooral voor de mensen die ze al kennen. Een excursie organiseren is belangrijker dan het zoveelste tentamen. Er heerst een ons-kent-ons-cultuur waar je u tegen zegt.

Wanneer je als eerstejaars lid wordt, ben je nog onschuldig. Het wordt pas gevaarlijk zodra je de juiste mensen leert kennen en je bij elke activiteit aanwezig bent. Vervolgens word je een keer gevraagd om mee te helpen en breekt het moment aan dat mensen je zien als onderdeel van de vereniging. Het kwaad is al snel geschied.

We verwachten allemaal dat we niet zo worden. Net zoals we niet verwachten dat we ons later hetzelfde gaan gedragen als onze ouders. Toch is de kans groot dat je een aantal trekken van je vader of moeder in jezelf herkent zodra je zelf kinderen hebt. De harde waarheid is dat zo’n ontwikkeling geleidelijk gaat. Je bent zo’n type voordat je er erg in hebt.

Ook ik beweerde nooit zo te worden, toen ik een paar jaar geleden aan mijn studie begon. Nu ben ik zelfs voorzitter van een studievereniging. Ik ben blijkbaar zo’n verderfelijk type.