studentenverenigingen

Borrelen, feesten en… veel betrokken leden bij UMTC

Foto: Kees Rutten

Utrecht heeft meerdere studentenverenigingen. Houd jij ze uit elkaar en welke past bij jou? In de serie Borrelen, feesten en… onderzoeken we het voor je. Deze week spreken we Esmee Streefkerk (23), Praeses van UMTC. ‘Ik zit bij het wijngenootschap.’

Hoe omschrijf je jullie vereniging?
‘We zijn een kleine gezelligheidsvereniging met 350 leden, waarvan ruim een kwart aan de HU studeert. Dat we traditioneel zijn, kun je zien aan onze kleding. Het bestuur loopt altijd in een driedelig pak, ook tijdens borrels en verenigingsactiviteiten. Andere leden vinden het ook leuk om jasje-dasje te komen, met de das of choker van hun eigen dispuut of jaarclub. Een andere traditie is onze jaarlijkse Diesmaand. Dan vieren we de verjaardag van onze vereniging met een gala en een zwembadfeest. Deze maand bestaan we 74 jaar. Ondanks dat we traditioneel zijn, zijn we wel gelijkwaardig. Eerstejaars en laatstejaars hebben evenveel stemrecht en betalen evenveel voor een biertje.’’

Waarin verschillen jullie van andere verenigingen?
‘Onze leden zijn super betrokken. Zo’n 90 procent van de eerstejaars heeft zich al aangemeld voor een commissie of een genootschap. Dat is uniek voor studentenverenigingen. We hebben veertien commissies met gemiddeld zo’n tien leden. Van de feestcommissie en de duurzaamheidscommissie, tot de kluscommissie. Die schildert ons pand bijvoorbeeld. Daarnaast hebben we acht genootschappen, groepjes van zo’n twintig mensen met dezelfde hobby. Het toneelgenootschap speelt jaarlijks een voorstelling, dat is ontzettend leuk. Andere genootschappen gaan over voetbal, cultuur, dans, muziek of wijnen.’

Wijnen?
‘Ja, we hebben een wijngenootschap, haha. Met ongeveer evenveel mannen als vrouwen. Ik zit er zelf ook in. We vinden het allemaal leuk om wijnen te vergelijken en er lekker bij te koken. Eén keer in de zes weken kiezen we een thema, bijvoorbeeld Nederlandse wijnen. Dan neemt iedereen zo’n wijnsoort mee.’

Hoe is jullie sociëteit?
‘Sinds 2006 hebben we een pand aan de Voorstraat. Het is klein en geeft me een huiskamergevoel. Op de begane grond is de borrelzaal. Daar staat de muziek vaak wat zachter zodat je ook kunt kletsen of spelletjes kunt spelen. Op de muur is ons sociëteitslied geschilderd: “Verenigd in ons houten pand, een plek voor ieder lid.” Dat lied zingen we als we de verjaardag van het pand vieren.
In de kelder zit onze dansruimte. Daar draaien DJ’s, of leden die het leuk vinden om eigen muziek te draaien. Elk jaar schilderen we de keldermuren in een ander thema. Het thema is nu Beestenbende.’

Hebben jullie een loting?
‘We hebben vaak wel meer aanmeldingen dan dat er plekken zijn. Elk jaar nemen we 120 nieuwe leden aan. Er zijn vaak zo’n 140 aanmeldingen. Daarom hebben we de regel: wie het eerst komt, het eerst maalt. Je kan je inschrijven tijdens de UITweek. Als je te laat bent, word je op een wachtlijst gezet. Als we onze leden zelf zouden kiezen, krijgen we denk ik vooral nieuwe leden die lijken op de mensen die selecteren. Dat willen we niet.’

Jullie bestaan al lang…
‘We bestaan sinds 1949 en vanaf januari begint ons vijftiende lustrum. Dan kijken we terug op de afgelopen decennia en organiseren we een reünie en oud-ledenactiviteit. Ook op andere momenten in het jaar huren oude jaarclubs onze sociëteit. Er was pas een jaarclub van twintig jaar geleden. Iedereen nam hun gezin mee. Elk lid droeg zijn oude verenigingskleding. Ze waren rond de 40/45 en keken terug op hun studententijd, omdat er één ging trouwen. “Mooi om te zien hoe weinig er is veranderd qua sfeer en gevoel”, zei iemand.’

Wanneer komen jullie samen?
‘Dinsdag eten de meeste leden met hun jaarclub en daarna, rond tien uur, komen er veel naar de sociëteit. Het is onze drukste avond, met zo’n honderd man. Donderdag kun je ook op de sociëteit eten. Vrijdagavond zijn we ook open, maar dan is het rustiger. De rest van de tijd wordt onze sociëteit verhuurd. Aan leden die een afstudeerborrel organiseren, aan studieverenigingen of aan oud-leden.
Met vijf andere verenigingen in Nederland, onder andere in Groningen en Delft, organiseren we vijf grote feesten per jaar.
En we gaan jaarlijks op reis naar een Europese stad, vorig jaar naar Hamburg. Andere vrijblijvende activiteiten die we organiseren zijn bijvoorbeeld ons zomergala en een cantus (zing en drinkavond, red.) Ook spelen we jaarlijks “Gotcha”. In dat spel jagen teams een midweek lang op elkaar. Ze krijgen een target, een ander team(lid) die ze moeten opspeuren en nat schieten met waterpistolen. Het is dan een beetje puzzelen wanneer iemand college heeft en naar huis fietst bijvoorbeeld.’

Wat is een goede herinnering van jou aan de vereniging?
‘De laatste borrelavond van het jaar is altijd een hoogtepunt. Twee jaar geleden mocht ik die zelf organiseren. We hadden een spel bedacht waarin iedereen die binnenkwam werd verdeeld in willekeurige teams. Zo kwam je ook bij mensen die je minder goed kent. Na een half uur was iedereen druk bezig om liederen en yellen te schrijven. En tijdens zo’n laatste borrelavond drinken we de laatste drank op. Gezelligheid gegarandeerd.’

Hebben jullie een traditie?
‘In de sociëteit betalen we met muntjes, net als op een festival. Als er iemand jarig is, gaat een vriend of vriendin rond met de pul. Mensen doen er muntjes in, als een soort verjaardagscadeau. Die pul vol muntjes gaat dan naar de bar, waar de tapper een cocktail of mixdrankje maakt. De jarige kan dit vervolgens aan iedereen uitdelen. En hij mag op de bar staan om een toespraak te houden, dit noemen we ook wel een lullepot.

Binnen de sociëteit hebben we een paar ongeschreven regels, onze zogenaamde mores: we laten onze telefoon in de garderobe en bestellen nooit maar één drankje. Er is altijd wel een ander lid om een biertje aan te geven!’