Columns

Büsra wou doorgaan tot het uiterste

Foto: Kees Rutten

Büsra Kondakçi is derdejaars student Journalistiek en haar column verschijnt elke twee weken.

Mijn ouders hebben me nooit ziekgemeld als ik geen koorts had. Je moet gewoon door. Kuchje, keelpijn, loopneus, niet aanstellen. Twee paracetamolletjes erin en dan gaat het weer. Maar sinds de pandemie mogen we niet zomaar met klachten naar school of werk, in mijn geval nu: stage.

Mijn kuchje begon vorige week maandag. Ik had die ochtend een zelftest gedaan en die was negatief. Dinsdag voelde ik me prima en had alleen een loopneus. Vanaf woensdag voelde ik me slechter: mag ik nou wel of niet naar stage, dacht ik. Ik appte mijn stagebegeleider dat ik het niet zeker wist, we waren er snel over uit dat het verstandig is dat ik me ook nog bij de GGD zou laten testen.

Op geen enkele manier kon ik online een testafspraak maken, alles zat vol. Ik keek zelfs op verschillende postcodes maar er was nergens plek. Het was dramatisch druk. Ik belde die woensdag in totaal elf keer en pas de laatste keer was ik dan eindelijk aan de beurt. Toen nog een half uur aan de telefoon gewacht en daarna doorverbonden met een medewerker. Bingo! Woensdagavond hadden ze in Utrecht nog een plekje.

Ik dacht donderdag me goed genoeg te voelen om thuis nog iets nuttigs doen, maar dat lukte toch niet omdat ik me te slecht voelde. Ik werd al snel afgeremd door mijn stagebegeleider en mijn huisgenoot die steeds zeiden dat ik rustiger aan moest doen. Zo ook weer vrijdag, mijn stagebegeleider gaf me het goedbedoelde advies om lekker uit te rusten zodat ik er hopelijk maandag weer tegenaan zou kunnen. Dat was confronterend, want ik wilde eigenlijk gewoon doorgaan.

Donderdagavond ontving ik de testuitslag, opgelucht zag ik in vetgedrukte letters ‘negatief’ staan. Ik had dan gelukkig geen corona, maar wel goed de griep te pakken. En toch voelde ik me schuldig omdat ik ziek was en dus thuis moest blijven. Ik heb over dit gevoel zitten na denken, want ja, ik had daar nu zeeën van tijd voor, naast dat ik twee goede Netflix-series heb uitgekeken.

Ik denk dat onze maatschappij zo in elkaar zit. Het is volgens veel mensen in mijn omgeving een prestatie om maar door te gaan. En begrijp me niet verkeerd! Ik denk absoluut niet dat we voor elke scheet thuis moeten zitten. Maar ik denk wel dat we allemaal iets meer rust kunnen nemen. Of althans: doorgaan tot je niet meer kan, niet meer te zien als een heldendaad.

Alsof we er een sticker voor krijgen als we door gaan tot het uiterste. Ik schrok van mezelf, van dat ik niet rustig aan durfde te doen. De oude Büsra zou normaliter door zijn gegaan en dan ergens aan het einde van de week echt ziek zijn geworden of mentaal overbelast. Nu heeft mijn omgeving me geholpen en ik hoop dat ik dit in de toekomst zelf beter kan. Voel me nu in ieder geval weer bijna top fit en mag aan de bak bij mijn nieuwe stageplek: talkshow M. Zin in!