Het gaat best goed met de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs, vindt minister Bussemaker. Toch kiezen nog altijd te weinig studenten ervoor om een poosje in het buitenland te studeren.
Door Irene Schoenmacker (HOP)
Het opdoen van internationale ervaring tijdens je studie is belangrijk, benadrukt minister Bussemaker vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Het zorgt ervoor dat studenten leren omgaan met andere culturen, maar ook dat ze makkelijker een baan kunnen vinden op de steeds verder globaliserende arbeidsmarkt.
Toch heeft meer dan driekwart van de Nederlandse afgestudeerden nooit in het buitenland gestudeerd. Dat moet anders, vindt de minister. Ze wil allerlei beurzenprogramma’s verder ontwikkelen. ‘Ik wil dat internationale ervaring meer de norm wordt’, schrijft ze.
Ondernemerschap
Andersom wil de minister ook graag dat ons land aantrekkelijk blijft voor buitenlandse studenten. Zorg dat ze na hun afstuderen in Nederland blijven wonen, zegt ze, dat levert de schatkist 957 miljoen per jaar op. Om die aantrekkelijkheid te vergroten, wil de minister het ondernemerschap onder buitenlandse studenten stimuleren. Bijvoorbeeld door ze naast hun studie ervaring te laten opdoen bij innovatieve bedrijfjes.
De bewindsvrouw is blij met Internationalisation at home: deze moet ervoor zorgen dat opleidingen hier in Nederland een internationaal tintje krijgen door bijvoorbeeld lessen te geven in een vreemde taal of door buitenlandse literatuur voor te schrijven. Hierdoor wordt het voor buitenlandse studenten ook aantrekkelijker om naar Nederland te komen.
De daarmee gepaard gaande ‘verengelsing’ van het hoger onderwijs vindt de minister niet bezwaarlijk. Maar ze herhaalde dat het geven van Engelstalig onderwijs uit ‘winstbejag’ niet de bedoeling is.