Nieuws

Bussemaker: ‘Onderwijs op een andere manier organiseren’

‘We moeten het onderwijs op een andere manier organiseren. Het is nog te veel de docent die voor de collegezaal staat te zenden. Terwijl studenten en het bedrijfsleven er meer behoefte aan hebben om vanuit maatschappelijke problemen te denken.’

Dat zei minister Jet Bussemaker van Onderwijs maandag 19 januari bij de aftrap van de vierde bijeenkomst van de HO-tour, ditmaal in een collegezaal van de HU in De Uithof. Zij is in Utrecht neergestreken om te praten over de toekomst van het hoger onderwijs. Uitgenodigd was een selecte groep van voornamelijk docenten en studenten van de HU, Universiteit Utrecht, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en UMC Utrecht.  

Leven Lang Leren
Het onderwerp deze dag was digitalisering en flexibilisering. HU-collegevoorzitter Geri Bonhof memoreerde dat de hogeschool zich al jaren inzet voor Leven Lang Leren, ofwel onderwijs aan mensen van 17 tot en met 67. Professionals met een baan die een deeltijdstudie of master volgen, hebben veel behoefte om flexibel te kunnen studeren. Maar dat geldt in toenemende mate ook voor voltijdstudenten.

De inzet van blended learning (een combinatie van contact- en online onderwijs) mag volgens Bussemaker niet leiden tot het idee dat er minder docenten nodig zijn. ‘Flexibilisering en digitalisering zijn geen doel op zich. Met digitale middelen is het goed mogelijk om reflectie te krijgen en de lesstof nog eens opnieuw te bekijken. De overgebleven tijd is dan te gebruiken voor verdieping of andere manieren van kennisoverdracht.’

Leenstelsel
Zij toonde zich verheugd dat universiteiten en hogescholen de komende jaren geld investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Hiermee dempen zij het gat dat zou ontstaan na de invoering van het leenstelsel: pas in 2018 krijgt het hoger onderwijs de beschikking over de opbrengsten die binnenkomen als studenten hun beurs terugbetalen (mits het leenstelsel dinsdag door de Eerste Kamer wordt goedgekeurd). Bussemaker: ‘Dat geld is nodig, ook om de ontwikkelingen in ander landen bij te houden.’

Na de sessie in Utrecht volgen er nog twee zittingen van de HO-tour. De bevindingen worden gebruikt voor de Strategische Agenda van het ministerie. Die zal waarschijnlijk geen al te onverwachte uitkomsten bieden. ‘Hogescholen en universiteiten weten welke kant het op gaat en dat gaan we inkaderen’, zei Bussemaker. ‘Maar niet zo strak dat het leidt tot one size fits all. Universiteiten zijn anders dan hogescholen en bèta’s zijn anders dan geesteswetenschappen.’