Nieuws

Bussemaker wint rechtszaak prestatie-afspraken

Minister Bussemaker wint de rechtszaak die de Hogeschool Leiden had aangespannen tegen de prestatieafspraken. Wel moet de minister de kosten van het proces vergoeden.
 
De rechtszaak draaide om de prestatieafspraken die onderwijsinstellingen twee jaar geleden met het ministerie moesten maken. Die gingen onder meer over contacturen, het niveau van docenten, studiesucces en het versterken van het eigen profiel. Hiervan is een deel van de financiering afhankelijk gemaakt.
 
De Hogeschool Leiden kreeg toen minder geld dan andere hbo-instellingen, omdat haar voorstel voor prestatieafspraken te weinig ambitieus zou zijn. Ook het expertisecentrum Jeugd, waarmee Leiden zich wilde profileren, werd niet bekostigd.
 
Tussenvonnis
Maar uit het besluit van het ministerie bleek niet dat de Leidse plannen waren vergeleken met die van andere hogescholen. Bussemaker moest haar huiswerk overdoen, oordeelde de rechter begin dit jaar in een ‘tussenvonnis’.
 
Maar nu ze dat heeft gedaan, is er geen vuiltje meer aan de lucht. Haar ministerie moet weliswaar de proceskosten betalen (1.217,50 euro), maar dankzij de ‘nadere motivering’ blijft haar besluit in feite overeind: de hogeschool krijgt geen extra geld.
 
'We kunnen ermee leven'
'Goed dat er nu helderheid is dat het ministerie zijn beslissingen deugdelijk moet motiveren', zegt een woordvoerder van de hogeschool. Hij vindt het niet erg dat het besluit van Bussemaker overeind blijft. 'Jammer, maar daar kunnen we mee leven.'
 
Eigenlijk wilde de Hogeschool Leiden in deze rechtszaak de prestatieafspraken helemaal onderuit halen: die zouden in strijd zijn met de Grondwet. In die opvatting stond de hogeschool niet alleen. Twee hoogleraren rechtsgeleerdheidstelden dat de prestatieafspraken de Grondwet schenden en dat toenmalig staatssecretaris Zijlstra eigenlijk een ambtsmisdrijf beging.
 
Maar in het tussenvonnis van februari stelde de rechter de hogeschool op dat punt al in het ongelijk: de prestatieafspraken druisten niet tegen de Grondwet in. De hogeschool heeft nu zes weken om in beroep te gaan en bestudeert de uitspraak.