De een vindt dat je de actualiteit en maatschappelijke thema’s in de klas moet bespreken. De ander zegt dat dit...
'Ik heb zelf geen tijd om ernaar te kijken.'
'Dit is het enige feestje waarin we ons lekker kunnen verkleden'
'Gamen in plaats van alcohol'
'Hier verdien ik verder niks mee'
'Geen voorjaarsschoonmaak, maar een herfstschoonmaak'
'Toch warmer dan we dachten'
'Dan ben ik liever met de lesstof bezig'
'Ja! Heel graag!
'Je kunt je zo machteloos voelen.'
'Ik voel me overal wel thuis'
'Mijn slapen hou ik goed bij.'
