Columns

Chinese verkoop

Van het hotel krijg ik een kaart van Beijing. Alleen het centrum staat erop. Ik vergis me in de afstanden, want als ik in een rechte lijn naar het Plein van de Hemelse Vrede loop, komt er geen eind aan. Op de kaart staan symbolen voor de bezienswaardigheden en de straatnamen in het Chinees. Als ik meer dan zeker 5 kilometer heb gelopen, word ik in het Engels aangesproken door een jongen en meisje van in de twintig. Ze blijken op weg naar hun eigen tentoonstelling. Ze zitten in de laatste klas van de Kunstacademie.

Hij schildert met water- en olieverf. Zij waterverft op traditionele perkamenten rollen, afgewerkt met zijde. Ook beheerst zij de techniek om op zijde te borduren. Prachtig werk, waar ze soms drie maanden mee bezig is. Wel maar 1 uur per dag, omdat het priegelwerk is.

Ik neem wat foto’s als ze hun werk omhoog houden en beloof die op te sturen als ze mij hun e-mail adressen geven. Ik ben gemeend complimenteus, wat toch leidt tot de vraag of ik niet wat wil kopen, want dan steun ik startende kunstenaars. Hoewel ik het eigenlijk niet wil en het een beetje als een verkoopoverval voel, koop ik toch van haar een traditionele bloesemtak op een rol perkament.