Achtergrond

Dag van de BHV. ‘In tentamenperiodes raken studenten vaker onwel’

Foto: Kees Rutten

Een duizelige student, kokend water over de arm van een medewerker of een brandje in het laboratorium. De 250 BHV’ers van de HU kunnen worden opgeroepen in een noodsituatie. Hoe dat werkt weten Tessa Soesbergen en Alice Clapton.

‘Iemand had een keer kokend water over zijn arm gekregen bij het koffiezetapparaat. Toen moest hij tien minuten lang koelen onder stromend water’, vertelt bedrijfshulpverlener (BHV’er) Alice Clapton. In toetsweken worden studenten soms onwel. ‘Dat heb ik nu vijf keer meegemaakt. Hyperventilaties en flauwtes. Vooral bij studentes. Ze voelen zich niet goed door een combinatie van bijvoorbeeld stress en een lege maag. We geven iemand dan wat eten en drinken en meestal gaat het vanzelf over.’ Dat herkent haar collega Tessa Soesbergen. ‘Elke tentamenperiode zijn er meerdere studenten die onwel worden.’

Misschien zegt het je niets en heb je nooit gebruik van ze hoeven maken, maar het is 6 november: de (landelijke) Dag van de BHV. Een deel van de BHV’ers van de HU is vandaag naar het jaarlijkse uitje, deze keer in Houten. Op het programma staat, naast stamppot eten, een ‘flashover experience’ met een vuurbal boven een container: zo kunnen deelnemers ervaren hoe het is als een ruimte in brand vliegt.

Geen zorgen, er zijn vandaag nog genoeg BHV’ers op de HU, mocht er iets gebeuren. De HU telt er zo’n 250. Dit zijn vooral medewerkers. Alle medewerkers van de facilitaire dienst zijn BHV’er. Daarnaast kan elke andere medewerker zich opgeven voor de tweedaagse cursus om ook BHV’er te worden. Om de kennis bij te houden volgt elk jaar een eendaagse herhaalcursus. Ook zo’n twintigtal studenten zijn BHV’er. In elk bestuur van een studievereniging of Science Café moeten er minstens twee zijn opgeleid, vindt de HU.

Wat doet een BHV’er?
BHV staat voor bedrijfshulpverlener. Tijdens een noodsituatie brengen deze hulpverleners mensen in veiligheid. Bij brand begeleiden ze iedereen zo veilig mogelijk het gebouw uit naar de desbetreffende verzamelplaats. Ook kan een BHV’er reanimeren, verbanden aanleggen en brandjes blussen. Daarnaast weten ze waar de nooduitgangen zitten in de HU-gebouwen.

Opgeroepen via app

‘Als ik een melding op mijn app krijg, laat ik alles liggen en ga ik naar de receptie’, zegt Alice Clapton, medewerker van het Praktijkbureau. Ze is sinds 2010 BHV’er en heeft net als de andere hulpverleners de Picasse app. Die app registreert je locatie, daarom word je alleen opgeroepen als je op dat moment op de HU bent.

Bij een groot incident (bijvoorbeeld brand) wordt elke BHV’er opgeroepen. Bij iets kleins (iemand die zich niet goed voelt) kan de ploegleider specifiek enkele mensen oproepen. Hierbij geldt dat BHV’ers nooit alleen op pad gaan. ‘Eén BHV’er is geen BHV’er’, aldus Tessa Soesbergen, BHV-coördinator van de HU. ‘Want tijdens een noodsituatie moet je samenwerken en de taken verdelen.’

Clapton werkt twee tot drie dagen per week op Heidelberglaan 7. ‘Dat gebouw heeft veel trappen. De eerste verdieping heeft meerdere uitgangen, maar dat weet niet iedereen. Mocht er brand uitbreken, dan is het onze taak om te zorgen dat er geen opstopping komt bij de trappen.’ Ze wordt niet vaak opgeroepen: vier of vijf keer per jaar. Vóór de coronaperiode werkte ze vier dagen per week op de HU en kreeg ze zo’n acht meldingen per jaar.

Brand, hartinfarct, onwel

Soesbergen is vier dagen per week aanwezig op de HU. Naast haar rol als BHV-coördinator is ze zelf ook BHV’er. Op HL7 werken studenten Life Science soms met gevaarlijke stoffen. Extra belangrijk dat de BHV goed is geregeld. ‘Vijf jaar geleden ging er iets mis in de zuurkast met een proef van eerstejaarsstudenten. Door een ontploffing ging het veiligheidsglas kapot. Het brandje werd daarna door een BHV’er geblust. Vanwege alle rook is de brandweer nog geweest om te meten of er schadelijke stoffen aanwezig waren.’

Tot 2019 zat er een HU-locatie op de Daltonlaan. Soesbergen weet nog goed wat daar is gebeurd. ‘Een docent kreeg een hartaanval tijdens de les. Dat is natuurlijk erg, maar de AED (een apparaat dat wordt gebruikt bij de reanimatie van een persoon met een hartstilstand, red.) is ingezet en de persoon is gereanimeerd. Heel toevallig hadden de EHBO’ers net een herhaalcursus gehad. Ze hebben de persoon kunnen redden.’

Noodnummer
Op de schermen in de HU-gebouwen wordt een animatievideo getoond over het calamiteitenbordje. In elke ruimte is zo’n bordje, maar bijna niemand weet dat. Het hangt vaak naast de plattegrond, er staat een intern noodnummer op. Bij een noodsituatie is het altijd zaak om 112 te bellen, maar als je dat noodnummer belt, dan kun je tegelijkertijd de interne BHV’ers waarschuwen. Die overbruggen de tijd tot de professionele hulpverlening er is.

De meeste incidenten zijn klein. In de twintig jaar dat Soesbergen als BHV’er bij de HU werkt, heeft ze nog maar drie keer gehoord over een hartinfarct. Soesbergen: ‘Meestal zijn het dingen als een student met buikpijn of iemand die onwel is geworden of simpelweg een pleister of paracetamol nodig heeft.’

‘Bij een scenariotraining twee jaar geleden leerden we wat we moesten doen als iemand met een wapen binnenkomt.’

Clapton heeft nog nooit iets ernstigs meegemaakt binnen de HU. En ze is er ook niet bang voor. ‘Ik zit al vijf jaar bij de vrijwillige brandweer en daar moet ik vaak mensen reanimeren. Het went. Het is fijn om iets te kunnen doen voor anderen.’ Het stelt haar gerust dat ze weet wat ze moet doen, ook in situaties die nog nooit zijn voorgekomen. ‘Bij een scenariotraining twee jaar geleden leerden we wat we moesten doen als iemand met een wapen binnenkomt. Dat soort dingen zie je in het nieuws steeds vaker voorbij komen.’ Hoe moet je dan handelen? ‘Rustig blijven, hoe lastig dat ook is. Je belt 112 en vaart op de aanwijzingen van de politie. Ondertussen de boel eromheen stil ontruimen, als dat kan.’

Vier jaar nadat Clapton BHV’er werd, schreef ze zich ook in voor de EHBO-cursus. Daar leer je nog meer over verwondingen en ziektebeelden. De signalen van een beroerte bijvoorbeeld. De EHBO-cursus duurt drie dagen.

Brandoefening

De BHV’ers krijgen elk jaar een herhaaltraining, maar er worden ook brandoefeningen gehouden. Het streven is om dat jaarlijks te doen. De laatste brandoefening dateert vanwege corona alweer drie jaar geleden. Binnenkort staat er weer een op de planning, al weet niemand precies wanneer. Soesbergen: ‘Het hoort erbij en is ook heel nuttig. Achteraf spelen we de ontruiming na via een table-top en kijken we naar verbeterpunten.’ Een datum prikken is een hele kunst. Er mogen geen tentamens of andere belangrijke dingen zijn. Maar ook als daar rekening mee wordt gehouden, komt het voor veel mensen ongelegen. Soesbergen: ‘Uiteraard dient iedereen het pand te verlaten.’

Nieuw volk is welkom

Tijdens de coronapandemie konden geen nieuwe BHV’ers worden opgeleid, omdat de cursussen niet online gegeven worden. Ook werken er nu meer medewerkers thuis dan voor de pandemie. Nieuwe leden zijn altijd welkom, volgens Soesbergen. ‘Je kunt je aanmelden bij de servicebalie op elke HU-locatie.’ Wettelijk gezien is er geen richtlijn over hoeveel BHV’ers er in een ruimte moeten zijn. Wel heeft de HU een wenselijk aantal om een ontruiming goed te kunnen doen. Soesbergen: ‘Dat is niet precies vastgesteld, maar in de praktijk zijn er altijd servicebaliemedewerkers aanwezig. BHV’ers uit de omringende panden kunnen ook worden opgeroepen.’ Om nieuwe leden te werven vraagt ook HR aan elke nieuwe medewerker of ze interesse hebben om BHV’er te worden.

Incidenten zorgen ook voor nieuwe aanmeldingen, merkt Soesbergen. ‘Een medewerker kreeg laatst een hartinfarct op de HU. 112 werd gebeld door de BHV. De collega’s waren erg onder de indruk van wat er was gebeurd en realiseerden zich: als ik hier alleen had gestaan, had ik niet geweten wat ik zou moeten doen. De HU BHV’ers zijn een schakel totdat de professionele hulpdiensten er zijn. Ineens hadden we zes nieuwe inschrijvingen.’