Student specialisten

De beste schrijftips (volgens studenten Leraar Nederlands)

Foto: Kees Rutten

Of het nu gaat om huidcrèmes, wachtwoorden of gebarentaal: elke studie heeft zo zijn specialiteit. In de serie ‘Student-specialisten’ vragen we studenten advies over iets waar zij alles van weten. Ditmaal: hoe schrijf je een goede tekst? 

Van een reflectieverslag en een samenvatting tot een sollicitatiebrief voor de stage. Schrijven hoort bij het studentenleven. Hoe doe je dat goed? We vragen het aan een klas tweedejaars studenten Leraar Nederlands. 

‘xtc-koffieshop’

Natuurlijk mag een tekst geen schrijffouten bevatten, dat komt slordig over. Wat zijn veelgemaakte spellingsfouten? ‘D/t-fouten’, zegt Kate direct.
Is het nou ‘hij word’ of ‘wordt’ en ‘ik ben beschuldigt’ of ‘beschuldigd’? Termen als ‘persoonlijk voornaamwoord’ en ‘persoonsvorm’ klinken door de klas. ‘Je kunt het woord vervangen door “lopen”’, adviseert Minne. ‘Is het “word je”, dan vervang je het door “loop je” en hoor je geen “t”.’

Een ander noemt ‘t kofschip om te checken of je een ‘t’ of ‘d’ schrijft bij zwakke werkwoorden in de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord. Jasper: ‘Of xtc-koffieshop, dat werkt ook.’

Of iedereen het altijd foutloos doet? ‘Nee’, zegt Jasper. ‘Als ik het niet weet, vermijd ik het gewoon.’ Rosecie: ‘Je kunt het ook intypen op Google. “Is het hij bedoeld of bedoelt?” Dan kijk je wat het antwoord is en of je dat snapt.’

Anthe: ‘Of vraag het aan ChatGPT. Maar dan wel met uitleg erbij.’

ChatGPT

Adviseren de studenten om ChatGPT te gebruiken om een tekst te schrijven of te verbeteren? Uit de klas klinkt weinig enthousiasme.
Rosecie: ‘Het kan. Niet om een hele tekst te schrijven, maar om concrete vragen te stellen. Klopt deze zin en waarom wel of niet?’
Waarom ze het zelf niet gebruiken? ‘Ik vind het niet heel betrouwbaar’, zegt Brecht. Want het blijft soms de vraag of alle info klopt en waar het vandaan komt.

Meelezers

Wil je een tekst verbeteren zonder ChatGPT? Mayke: ‘Je kunt beter medestudenten vragen om na te kijken.’ Daar is Kate het mee eens. ‘Wanneer je je eigen tekst steeds opnieuw blijft lezen, kijk je eroverheen.’

En als er niemand in de buurt is om de tekst te checken? Anthe: ‘Laat het in kleine stukjes voorlezen door Word (tekst selecteren, rechtermuisknop en optie ‘voorlezen’, red.). Dan hoor je wat er staat en valt het bijvoorbeeld op als je een woord bent vergeten.’

Eline: ‘Je kunt het ook printen. Van een scherm lezen is heel anders dan van een blaadje. Pak een rode pen en lees elk zinnetje één voor één.’

Eerst inhoud

Anthe: ‘Het is sowieso handig om eerst te zorgen dat de inhoud goed is. Dan hoef je daarna pas naar de vorm kijken.’ Wil je op allebei tegelijk letten, dan is dat vaak te veel. Eline: ‘Als je weet wat je wil zeggen en je leest het daarna door, kun je altijd nog dingen omdraaien.’

Engelse woorden

Jongeren praten veel met Engelse woorden, zoals ‘vibe’ of ‘no go’. Mag dat in een tekst, of is dat een no go? ‘Ik vind het verschrikkelijk’, zegt Mayke. ‘Ja, het is irritant’, zegt Anthe.
Brecht: ‘In een informele tekst is het niet erg, maar voor een schoolopdracht zou ik het niet doen.’ Je kunt de woorden gewoon vertalen. Eline: ‘Vibe is hetzelfde als “sfeer”.’

Veel lezen

Hoe bouw je een goede zin op? Wanneer is het te lang? En wat is begrijpelijk? Volgens de studenten is de beste tip: lees veel. ‘Dat mogen ook krantenartikelen zijn die je zelf leuk vindt. Al is het maar een bericht over voetbal. Zolang je niet alleen de kop leest, maar echt het hele artikel’, zegt Eline.
Jasper: ‘Je woordenschat verbetert ook als je veel leest.’
Anthe: ‘Lees echt iets wat je leuk vindt, zodat je plezier krijgt in lezen.’ 
‘Dat kan ook een graphic novel zijn,’ zegt Kate.

Zelf schrijven

‘Schrijf elke dag’, tipt Jasper. Dat hoeven geen hele teksten te zijn. ‘Het kan al beginnen bij het schrijven van appjes’, zegt Eline. ‘Kies iemand naar wie je voortaan “netjes” schrijft. Dus schrijf woorden helemaal uit, let op de d’s en t’s.’ Zelf doet ze dat bij de appjes naar haar vriend. Een andere tip is schrijven in een dagboek. Eline: ‘Je hebt van die boekjes zoals one line a day. Dat is een begin.’

Ezelsbruggetjes

En dan, bewaard voor het laatst: ezelsbruggetjes en regeltjes.

  • Docent Clara Meijer weet een goede. ‘Als je niet weet of het jou of jouw is, vervang het door “u”. Je hoort het verschil tussen “u” en “uw” duidelijk.’
  • Anthe: ‘Een dubbele punt kun je in een zin bijna altijd vervangen door een punt. En een puntkomma (;) kun je beter vermijden. Het wordt bijna altijd verkeerd gebruikt en heeft weinig toegevoegde waarde. Officieel moet je het kunnen vervangen door “en”.’
  • Is het ‘enige’ of ‘enigste’? Anthe: ‘Het is bijna altijd enige. Het is alleen “enigste” als je het hebt over hoe “enig” iemand is, dus hoe mooi of leuk iemand is.’ 
  • Ken je het ezelsbruggetje Een Aardig Uiltje? Eline: ‘Dat heb ik op de basisschool geleerd en is handig als je in de knoop zit met Franse woorden zoals “bureau”. De laatste drie letters -eau- kun je onthouden door Een Aardig Uiltje.’
  • Rosecie: ‘Elk woord is een “de” of “het” woord en dat bepaalt of je “die”, “dat” of “deze” zegt. Een “het-woord” eindigt op een “t”, net als “dit” of “dat”. Het is dus “het meisje dat”, en niet “het meisje die”.’

De hbo-opleiding Leraar Nederlands Tweedegraads leidt studenten op om Nederlands te geven in de onderbouw van de havo en het vwo of in het vmbo, mbo en het volwassenenonderwijs. Op dit moment telt de opleiding 211 studenten, waarvan 66 voltijders. Op de arbeidsmarkt is een groot tekort aan leraren Nederlands en dit gaat de komende jaren alleen maar groeien.

Lees ook: Zó begin je een eigen bedrijf (volgens studenten ORM)