De maandelijkse column van Willem Spork, student Journalistiek. Ditmaal: Ice Tea bestellen op de plek waar echte strijders hun laatste biertje drinken.
Van die smerige natte ramen, waarvan je weet dat de condens enkel bestaat uit adem. Nee, dit is niet bus 12. Het ruikt hier een beetje muf, als een werfkelder, maar dan met een jarenlange opstapeling van gemorst bier en zweet. Na vier jaar studeren ben ik hier voor het eerst. Gek is dat, want ik ben al zo vaak meegevraagd na de les. Het staat bekend als het afvoerputje van Utrecht Science Park. Niet letterlijk, maar als alles sluit, komen de echte strijders hier hun laatste biertje drinken. Tot mijn grote verbazing stikt het nog van de docenten ook. En dat op een doordeweekse dag.
Het gemengde gezelschap en de met bier doordrenkte bierviltjes vinden elkaar aan de bar. Waar de scheidslijn tussen student en docent helemaal verdwijnt. Welkom in de Cambridgebar. Ik herken één van de huismeesters van mijn gebouw en hij herkent mij ook. Ik krijg een boks, terwijl hij bijna van zijn kruk glijdt. ‘Pieter, mag ik 3 Long Island Iced Tea en een normale ice-tea.’ Pieter kijkt me aan alsof-ie zojuist een fles op z’n kop kreeg. ‘Pieter, kan je het onthouden of moet ik het opschrijven?’, vraag ik hem ietwat sarcastisch. ‘Nee, die ice-tea bracht me gewoon in verwarring.’ Okay, Pieter ik heb dorst. Inmiddels zit ook al mijn vocht tegen de ramen.
De barman dempt de muziek en een doffe knal klinkt door de ruimte. ‘Laatste ronde beste mensen, ik heb geen barpersoneel meer!’ De pure paniek die ik toen door de ruimte voelde stromen blijft me nog lang bij. Dat is het moment dat bij velen het besef landt dat ze morgen gewoon weer verantwoordelijk voor de klas moeten staan, of een les moeten volgen.
Voor deze mensen doe ik graag een oproep: meld je aan als vrijwilliger. Voor deze mensen hoeft de avond niet om half elf te eindigen. Gun ze dat extra uurtje zweten en drinken, want het is zo gezellig en ze hebben het nodig!