Bart Lammers is docent Logistics Management aan de HU bij het Institute for People & Business. Hij schrijft geregeld een column voor Trajectum.
‘Ik zit vast in het ov en kan niet naar Utrecht komen,’ zegt mijn collega die parallel met mij de andere groep les geeft.
Vervelend, maar geen ramp.
Ik neem zijn groep er wel bij. Ik vul mijn lokaal met nog meer stoelen voor een centrale aftrap. Maar net als ik wil beginnen, lopen acht studenten meteen de klas uit. Ik vraag: ‘Was dit het alweer voor jullie?’
‘We hebben een teams-meeting met het bedrijf, meneer’, is het antwoord. ‘Goeie timing,’ reageer ik met een knipoog. Uiteraard heb ik al eerder een paar keer gezegd dat ze dit niet het eerste half uur mogen doen. Zijn ze dat vergeten? Verdrongen? Vermeden? Je weet het niet.
Vervelend, maar geen ramp.
Daarna gaat er nog iets fout. In het lokaal waar de studenten van mijn collega naartoe gingen, zit al een groep. Heu? De studenten moeten daarom op zoek naar een andere plek om daar te beginnen aan de opdracht (en even wat te eten).
Vervelend, maar geen ramp.
Ik pendel druk heen en weer. Het ene bedrijf blijkt een datafile te hebben gestuurd waarmee de studenten de opdracht niet kunnen maken. Het andere bedrijf heeft nog niet eens een vraagstuk geformuleerd.
Vervelend, maar geen ramp.
En dan… gebeurt er toch iets moois.
Ik heb ze aan het begin van de les een check-in laten doen, waarbij ze een begrip hebben omcirkeld dat hun gemoedstoestand weerspiegelt. Denk aan ‘kalm’, ‘moe’, ‘nerveus’ of ‘enthousiast’. Bij de check-out doen ze dit opnieuw. Is er iets veranderd tijdens de les?
Van de elf die zeiden de les ‘moe’ te starten, is eentje er nog erger aan toe: ‘leeggezogen’. Maar de andere zeven voelen zich ‘opgeladen’, ‘kalm’, ‘hoopvol’ of ‘ontspannen’.
Met dat lichtpuntje mag ik het doen vandaag.


