Marijke Kolk is docent bij Journalistiek. Iedere veertien dagen schrijft ze een column voor Trajectum. Deze keer: ze kreeg ineens zin om in bed te duiken, diep onder de deken.
Nog precies zestig dagen en dan is het Kerst. Dat hoorde ik vandaag op de radio. Waarna, ja echt waar, ‘Last Christmas’ werd gedraaid. Ik zat in de auto, op weg van mijn oude vader naar huis, en kreeg me toch ineens zin om in bed te duiken, diep onder mijn deken. Met een warme kruik aan mijn voeten en de vitrages én overgordijnen dicht. Ik dacht: laat mij daar maar blijven, tot de dagen weer lengen, de luchten opklaren en mijn man zegt: ‘Schatje, ik heb onze mondkapjes weggegooid. Corona is voorbij.’
Nee, ik verheug me niet op de komende winter. De dagen zijn nu al te lang hetzelfde: opstaan, joggingbroek aan (want voor wie zou ik me nog leuk aankleden of opmaken?), boterham met vlokken naar binnen werken en hup, weer achter de computer. Vergaderen, bespreken, evalueren, communiceren, coachen, zaken op orde stellen, puntjes op de i zetten, resultaatgericht werken, trainen, schrijven, lesgeven. Altijd vanuit dezelfde stoel, aan dezelfde keukentafel, via hetzelfde kanaal (Teams), met dezelfde kleine ergernissen (‘Je moet nog even je microfoon aanzetten!’).
Ik kan me dus heel goed voorstellen hoe ‘mijn’ studenten zich moeten voelen. En dan zijn zij nog jong en hebben veel meer dan ik behoefte aan uitgaan, ontdekken, rondhangen, flirten.
Een paar weken geleden maakte ik me wat zorgen over een van hen. Zij had duidelijk moeite met haar ‘staat van zijn’. Daarom sprak ik met haar af elke week even met elkaar te ‘Teamsen’. Ik dacht: misschien moet ik haar toch maar zeggen dat ze verdere, andere hulp moet gaan zoeken. Dat bleek niet nodig. Na drie keer een half uurtje met elkaar praten, zei ze: ‘Ik merk dat ik me door deze gesprekken al een stuk beter voel.’ Ze had niet alleen haar studie maar ook haar sport weer opgepakt en vond het prima om pas over een maandje weer even met elkaar te praten.
Ik moest denken aan een interview dat ik had gehad met een theoloog. Hij wees mij erop dat deze coronacrisis naast ellende ook voor mooie dingen kan zorgen. Een opleving van spiritualiteit bijvoorbeeld. En dan niet de bekende zelfhulp die draait om ‘hoe word IK gelukkiger’, maar veel meer de spiritualiteit die draait om wat in alle zingevingstradities wordt gepredikt: het omzien naar elkaar.
Gisteren vroeg mijn leidinggevende me of ik vandaag even met haar wilde ‘Teamsen’. Er was geen aanleiding, geen noodzaak. ‘Ik wilde gewoon even horen hoe het met je is’, zei ze toen we elkaar via het schermpje zagen. En dat vond ik op mijn beurt fijn. Want we zijn allemaal maar mensen en soms is een beetje aandacht en begrip alles wat we nodig hebben.
Gewoon, om de winter door te komen.