Medewerkers van De Docentenacademie voor effectief onderwijs geven tips voor beter lesgeven. Ditmaal Alard Joosten over de manier waarop je het beste feedback kunt geven.
Herken je het dat je feedback op een verslag of op een concept afstudeerrapport geeft en dat je student driftig knikt en instemt op al jouw feedbackpunten? Maar als je de volgende keer de nieuwe versie van het stuk onder ogen krijgt, zie je heel weinig zaken terug van jouw feedback?
Hoe kan je ervoor zorgen dat jouw feedback aankomt bij de student, dat hij het snapt en dat hij er ook daadwerkelijk iets mee gaat doen? In de komende blogs kun je meer lezen over ons driefasenmodel van feedback geven met als doel dat jouw feedback in één keer raak is. De drie fasen zijn:
- Fase 1: geef feedback aan de hand van de succescriteria
- Fase 2: check bij de student of de feedback begrepen is
- Fase 3: vraag wat de student met de feedback gaat doen
Iedere fase bestaat uit een aantal stappen. Voor fase 1 is de eerste stap: de student aan het woord laten.
De student heeft werk bij je ingeleverd met de bedoeling om daar feedback om te krijgen van jou als expert. In plaats van direct met jouw feedback te komen, vraag je eerst wat de student zelf van zijn ingeleverde werk vond. Het doel is dat je hiermee de verantwoordelijkheid bij de student legt en hem daarmee regie laat voeren over zijn eigen leren. Dit doe je als volgt.
- Laat de student van tevoren zijn werk beoordelen aan de hand van de beoordelingscriteria
Op deze manier krijgt de student zicht op de kwaliteit van zijn werk in relatie tot de beoordeling en dat leidt er vaak toe dat hij daardoor de criteria beter begrijpt en/of dat hij ze bespreekbaar kan maken. Er kan hierdoor ook een inhoudelijk gesprek over de criteria ontstaan.
- Vraag naar de sterktes en zwaktes van zijn werk
Op deze manier stimuleer je de student zelf naar zijn werk en werkproces te kijken en daarop te reflecteren. Hiermee help je de student tegelijkertijd zich tot kritische professional te ontwikkelen.
- Check welke vragen de student heeft
Zo weet je in ieder geval waar je aandacht aan moet besteden op de student verder op weg te helpen.
Op basis van de antwoorden die de student op deze drie vragen geeft, bepaal je de gespreksagenda voor het gesprek en weet je ook hoeveel werk er in het gesprek te verzetten is. Immers, als de eigen feedback van de student in lijn is met jouw feedback vergemakkelijkt dit het verloop van het gesprek. Mocht dit echter nogal uiteenlopen dan is er veel inspanning vereist van jouw kant.
Start je volgende feedbackgesprek eens met deze stap. Ik ben heel benieuwd naar het effect op jou en de student.