Deze week houdt verpleegkunde weer haar tweejaarlijkse ‘internationale week’. Hoe nuttig is dat?
Op dinsdagochtend half tien heet Carolien Sino, de instituutsdirecteur van Verpleegkundige Studies, de studenten en gastsprekers welkom. Het filmpje dat ze toont – over tulpen, kaas, drugs en de onbescheidenheid van de Nederlanders – wekt de nodige lachsalvo’s op. De sfeer zit er meteen in. Na de introductie kunnen de studenten, afkomstig uit Finland, Duitsland, België en Denemarken, zich intekenen voor verschillende workshops. De lijsten hangen voorin de collegezaal. Er wordt onderling druk overlegd. De meest actuele onderwerpen komen aan bod: thuiszorg voor ouderen, vrouwenbesnijdenis, verpleegkunde in asielzoekerscentra en de Europese gezondheidszorg in zijn algemeen.
Gedurende de week volgt iedereen zo’n tien workshops en lezingen. ‘s Avonds vinden de internationale studenten hun weg, in het centrum van Utrecht. Ze eten in restaurants en slapen in hostels. Zon en regen wisselen elkaar af, maar dat mag de pret niet drukken. Hoewel: de stadstour door hartje centrum met een voormalig dakloze valt een beetje in het water.
In totaal doen vijftig buitenlandse studenten, negen gastdocenten en een handvol Nederlandse studenten mee. Dat laatste vinden organisatoren Edwin Hagenbeek en Hanneliek Birnie-Desonnaville veel te weinig: ‘Op dit moment zijn onze eigen studenten ondervertegenwoordigd. Dat is zonde. We doen blijkbaar iets niet goed, dat gaan we volgend jaar anders aanpakken.’
Op de HU komt een dergelijke internationale week zo’n tien keer per jaar voor. Het organiseren kost een hoop werk, daar weten de organisatoren alles van. Het regelen van workshops, gastsprekers, financiën enzovoorts kan maanden de tijd kosten. Maar volgens Sjoerd Bosgra, hoofd van het International Office, is het een effectieve manier om jezelf een spiegel voor te houden: ‘Je studeert op je eigen manier, in je eigen land en kijkt door een bepaalde bril. Door met vakgenoten uit andere landen te praten realiseer je je: Verhip, zo kan het ook!’
Vanavond vieren de deelnemers aan de internationale week feest in café het Otje, aan de Nobelstraat. Daar is iedereen welkom. Dat geldt ook voor morgen trouwens, als de studenten wederom in de collegezaal van Padualaan 101 een presentatie geven van alles wat ze deze week hebben geleerd.
