Jester (25) studeert Journalistiek aan de HU en schrijft columns voor Trajectum
Elk jaar na de zomer is het weer zover. De Uithof wordt overspoeld door nieuwe kraampjes, uitdeelacties en natuurlijk kersverse studenten. Die het lokaal niet kunnen vinden, of niet meer zulke verse studenten die het lokaal nog steeds niet kunnen vinden *kuch* ik*kuch*.
Maar als we het dan toch over nieuwe tijdelijke dingen hebben, wil ik schrijven over de dappere mensen in het oranje hesje. Strijders die er dag in dag uit staan om te vertellen waar je jouw fiets neer mag zetten en dat je bij de tramhalte moet roken. Erg nuttig om de regels te leren kennen voor de nieuwe studenten. Het probleem is alleen dat ze er maar twee weken van het hele jaar staan. Ik zelf zit al vast in het stramien waar ik een jaar hard aan heb gewerkt. Ik heb namelijk de chillste plek om je fiets te stallen en natuurlijk om mijn peukje te doen.
Voor deze komende twee weken speel ik dus een toneelstukje voor mezelf en de oranje hesjes. Door mijn fiets netjes in de daarvoor aangegeven hokken te plaatsen en keurig bij de tram te roken. Zodat iedereen die uit te tram stapt verwelkomd wordt door een dikke rookwolk van onze verslaving. Die ons alleen maar kan laten terugdenken aan de fabrieken van de industriële revolutie. Dondersgoed weten wij rokers dat we vóór oktober komt weer op onze favoriete plekken zitten, staan en liggen te roken. Nog beter weten wij fietsers dat we onze fietsen weer lekker op elkaar gooien voor de school, zodra de hesjes weg zijn.
En daarom ben ik blij met de oranje hesjes. Zij geven me de rest van het jaar het gevoel dat ik toch kleine rebelse dingen doe. Met simpele handelingen als mijn fiets stallen of mijn verslaving voeden. Maar voor the time being speel ik het toneelstukje met ze mee. En ik denk zij ook met ons, want diep van binnen weten zij ook dat we dit allemaal alleen maar voor het idee doen. Of deden, inmiddels, want ze zijn al weer weg.